Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.6 Selectie van lasspanning (VOLTAGE)
Selecteer dit menuonderdeel om de lasspanning te wijzigen.
Doe het volgende om de lasspanning te wijzigen
1.
Druk de multifunctionele knop in op het menuonderdeel VOLTAGE.
2.
Draai aan de multifunctionele knop om de spanningswaarde te wijzigen.
3.
Druk op de multifunctionele knop om de nieuwe spanning te bevestigen.
ATTENTIE!
dubbelpulsprocessen) of BASECURRENT (in WiseRoot- of WiseThin-processen).
3.3.7 Selectie van lasboog (ARC ON)
Met dit menuonderdeel kunt u de werking van de MagTrac F 61 testen voordat u
daadwerkelijk met lassen begint. Wanneer de lasboog UIT is, voert de wagen de handelingen
uit zonder dat de lasboog wordt ontstoken.
Doe het volgende om de lasboog in of uit te schakelen
1.
Druk de multifunctionele knop in op het menuonderdeel ARC ON.
2.
Draai de multifunctionele knop naar ON of OFF.
3.
Druk op de multifunctionele knop om de waarde te bevestigen.
ATTENTIE!
3.3.8 Selectie van cycluslassen (
Met MagTrac F 61 kunt u de cycluslasfunctie gebruiken. Dit houdt in dat de wagen steeds een
van tevoren gekozen lengte last en daarna een andere van tevoren gekozen lengte overslaat.
In het menu CYCLE WELD kunt u de instellingen voor het cycluslassen kiezen.
Menu onderdeel
NL
CYCLE COUNT
Wanneer cycluslassen is ingeschakeld, ziet u rechtsboven in het scherm van het
bedieningspaneel van de MagTrac F 61 het cycluslassymbool (
ATTENTIE!
3.3.9 Selectie van gastest (
Selecteer dit menuonderdeel om de gasstroom te testen. Selecteer eerst het menuonderdeel
en start vervolgens de gasstroom door op de multifunctionele knop of op de sneltoets START
te drukken. Het beschermgas stroomt 10 seconden lang.
ATTENTIE!
op de sneltoets STOP te drukken.
3.3.10 Selectie van trage aanvoersnelheid (WIRE INCH)
Selecteer dit menuonderdeel om de toevoegdraad in het laspistool in te voeren. Bij de
MagTrac F 61 is de trage aanvoersnelheid van de draad altijd gelijk aan de geselecteerde
draadaanvoersnelheid.
ATTENTIE!
draadaanvoerunit, is de functie trage aanvoersnelheid niet op de MagTrac beschikbaar.
12
MagTrac F 61
De spanningselectie kan vervangen zijn door de instelling FINETUNING (in puls- of
U kunt ook de knop ARC ON gebruiken om de lasboog in en uit te schakelen.
Waarden
ON, OFF
10mm...10.00m
10mm...2.00m
CONT, 1...255
De functie kratervulling vindt u op het bedieningspaneel van de draadaanvoerunit.
GAS TEST)
U kunt de gasstroom op elk moment onderbreken door op de multifunctionele knop of
Als de functie trage aanvoersnelheid is geactiveerd op het paneel van de
CYCLE WELD)
Beschrijving
Cycluslassen in- of uitschakelen.
De lengte van elke las instellen.
De lengte van de niet te lassen gedeelten tussen de lassen
instellen.
Het aantal te lassen cycli instellen – CONT betekent dat de wagen
continu blijft cycluslassen totdat hij wordt gestopt.
).
Advertenties
Inhoudsopgave
