3
Indien er sorteren-nieten wordt uitge-
voerd, open dan de papiergeleider en
verwijder eventueel vastgelopen
papier uit de nietcompiler.
4
Sluit het deksel van de nietcompiler.
5
Indien de offsetlade wordt gebruikt,
verwijder dan eventueel vastgelopen
papier uit de offsetlade.
6
Wanneer de bovenste lade wordt
gebruikt, open dan het bovenste dek-
sel, verwijder eventueel vastgelopen
papier en sluit het deksel weer.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
71