nl Functies
Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
den
Hetelucht Eco
Boven- en onder-
warmte Eco
Circulatiegrillen
Grill, groot
Grill, klein
Pizzastand
Langzaam garen
Onderwarmte
Warm houden
Servies voorverwar-
men
CoolStart-functie
5.2 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in watt
90 W
180 W
12
Temperatuurbe-
reik
30 - 275 °C
30 - 300 °C
30 - 300 °C
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
30 - 275 °C
70 - 120 °C
30 - 250 °C
60 - 100 °C
30 - 70 °C
30 - 275 °C
Maximale duur in uur Gebruik
1:30
1:30
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 125 -
275 °C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 150-250
°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
ten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
hoeveelheden gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Gegaarde gerechten warmhouden.
Servies voorverwarmen.
Voor een snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3.
De temperatuur is afhankelijk van de opgaven van de fabrikant.
Gebruik de hoogste temperatuur die op de verpakking staat aan-
gegeven.
De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.
Het heeft geen zin om voor te verwarmen
Gevoelige gerechten ontdooien.
Gerechten ontdooien en verder bereiden.