Wanneer
Terugstellen naar de standaardaanpassing
De afdruk is een beetje te wit.
De afdruk is te wit.
De afdruk is veel te wit.
Opmerkingen
• Compenseer het invoersignaal niet te veel. Anders kan
de hele afdruk donker worden.
• Wilt u het resultaat van de aanpassingen doorvoeren naar
de afdruk, dan moet u het beeld opnieuw opslaan.
De videomonitorkleur en de
printerkleur overeenstemmen
Wilt u de kleur van het monitorbeeld en dat van de afdruk
met elkaar laten overeenstemmen, pas dan de monitor- en
printerkleuren zo aan dat de monitorkleur gelijk is aan de
afdrukkleur.
De printer voert één van twee typen videosignaal uit,
afhankelijk van de printerinstellingen.
• EE (E tot E): Signalen worden uitgevoerd naar de
monitor nadat ze zijn verwerkt in de printerelektronica.
• THRU (THROUGH): Signalen worden ongewijzigd
naar de monitor doorgevoerd.
Aanpassen op de videomonitor
De monitorkleur kan verkeerd afgesteld zijn, ook al is de
printerkleur correct ingesteld. Controleer de kleur van de
videomonitor voordat u de afdrukkleur aanpast. Gebruik in
dat geval het THRU-signaal door SOURCE in te stellen op
THRU in het menu OUTPUT SETUP of door de printer uit
te zetten zodat het doorvoersignaal van de videoapparatuur
naar de videomonitor wordt doorgevoerd.
Nadat u de kleur van de videomonitor hebt aangepast met
de videomonitorknoppen, past u de kleur van het
printeruitvoersignaal aan.
Aanpassen op de printer
Opmerking
Met deze aanpassing kunt u de kleur van het
printeruitvoersignaal aanpassen als de monitorkleur niet
voldoet. Deze aanpassingen zijn niet van invloed op de
afdruk zelf. Wilt u de kleur van de afdruk aanpassen,
raadpleeg dan "De afdrukkleur aanpassen" op pagina 50 en
"Kleuren opgeven voor aanpassing (HSV-aanpassing)" op
pagina 56.
1
IRE-waarde (de
geselecteerde
IRE wordt
weergegeven in 4
cijfers)
10 t 100
11 t 110
12 t 120
13 t 130
2
3
4
5
6
7
Geef het menu OUTPUT SETUP weer.
Menu OUTPUT SETUP
Selecteer SOURCE door op de knop M of m te
drukken.
Selecteer EE met de knop < of ,.
Druk op de knop MENU.
Het normale scherm verschijnt.
Sla een nieuw beeld in het geheugen op en maak een
afdruk.
Pas als volgt de instellingen aan de printerkant aan
door de afdruk te vergelijken met het monitorbeeld.
Geef opnieuw het menu OUTPUT SETUP weer.
Pas de monitor aan terwijl u de afdruk vergelijkt met
het monitorbeeld.
Menu-
Gewenste
onderdeel
handeling
voor
aanpassing
(aanpasbaar
bereik)
MONI C-R
Het scherm
(-14 tot 0 tot
roder maken
14)
Het scherm
meer cyaan
(blauw)
maken
MONI M-G
Het scherm
(-14 tot 0 tot
groener
14)
maken
Het scherm
meer magenta
(roze) maken.
MONI Y-B
Het scherm
(-14 tot 0 tot
blauwer
14)
maken
Het scherm
geler maken
De kleur- en beeldkwaliteit aanpassen
Te
Aanpassing-
gebruiken
richting in
knop
het menu
Knop ,
Richting R
(rood)
Knop <
Richting C
(cyaan)
Knop ,
Richting G
(groen)
Knop <
Richting M
(magenta)
Knop ,
Richting B
(blauw)
Knop <
Richting Y
(geel)
49