U kunt op het kleine tandwielpictogram
vouwstijlen te wijzigen.
OPMERKING:
Als u taken in de vouwmachine wilt stapelen zonder deze te vouwen, selecteert u Niet
gevouwen (Not folded) als vouwstijl.
OPMERKING:
In de meeste gevallen moet het titelblok (legenda) op de voorrand van het document
staan dat in de vouwmachine wordt gevoerd. De positie van het titelblok moet worden ingesteld in de
afdruksoftware die u gebruikt (eventueel door rotatie).
Om de vouwmachine te gebruiken, selecteert u deze als volgt bij het verzenden van de taak om af te
drukken:
●
Front panel: Tik op het instellingenpictogram
Als u afdrukt of kopieert, kunt u de vouwmachine selecteren als uitvoerbestemming. Tik
op Afdrukken (Print), selecteer de locatie van het bestand (USB-flashstation, netwerkmap of
basismap), selecteer daarna op het tabblad Quicksets de optie Meer instellingen (More settings) >
Uitvoerbestemming (Output destination) > Vouwmachine (Folder). U kunt ook de standaard vouwstijl
aanpassen.
●
Printerdriver: ga naar de printereigenschappen, selecteer het gedeelte Uitvoer en wijzig de
uitvoerbestemming in Vouwmachine (Folder).
De eerste keer dat u de vouwmachine gebruikt, moet u de vouwstijlen opgeven die u denkt te
gebruiken Hiervoor gaat u naar het front panel en tikt u op het instellingenpictogram
vervolgens op Uitvoerbestemming > Afdrukken vanuit de driver; daar kunt u een vouwstijl toewijzen
aan elke vooraf gedefinieerde stijl.
Dan kunt u in het dialoogvenster Afdrukken elke vooraf gedefinieerde stijl of de standaardstijl
selecteren.
tikken om de instellingen voor de vouwer of de standaard
en vervolgens op Uitvoerbestemming > map.
Een taak naar de vouwmachine verzenden
en
209