Schakel uw printer in en wacht totdat deze klaar is voor gebruik. Selecteer vervolgens het papier
waarop de diagnostische plot moet worden afgedrukt (u kunt de diagnostische plot op elk gewenst
moment in de toekomst opnieuw gebruiken, wanneer u deze zorgvuldig bewaart). Bij voorkeur moet de
diagnostische plot worden afgedrukt op glanzend papier, en wij raden u dat met name aan wanneer
u de printer meestal gebruikt voor het scannen of kopiëren van foto-originelen (posters, afbeeldingen
afgedrukt op glanzend papier, enzovoort). Als u uw printer voornamelijk gebruikt voor het scannen of
kopiëren van matte originelen, kunt u willekeurig mat wit papier gebruiken om de diagnostische plot af te
drukken. Gebruik geen gerecycled papier of overtrekpapier om deze plot af te drukken. De grootte van
de diagnostische plot is 610 ˟ 914 mm. Deze kan worden afgedrukt op een papierrol van 914 mm inch
liggend of 610 mm staand. U kunt ook een enkel vel gebruiken met minimale 610 ˟ 914 mm.
Zodra het juiste papier is geladen, en als dit papier geschikt is voor kleurkalibratie, adviseren wij een
kleurkalibratie uit te voeren voor de printer.
U kunt de diagnostische plot afdrukken vanaf het voorpaneel: tik op het instellingenpictogram
vervolgens op Scannervoorkeuren > IQ-plot scanner.
Visuele foutcontrole tijdens het afdrukken van het diagnostische vel
Zodra de diagnostische plot is afgedrukt, is de eerste stap het controleren of alle patronen die hierop
staan correct zijn afgedrukt.
Als deze goed is afgedrukt, moet de diagnostische plot er als volgt uitzien:
Als u een of meer van deze problemen tegenhoudt, dient u de aanbevolen herstelprocedure te volgen.
Deze zijn allemaal beschikbaar door te tikken op het instellingenpictogram
IQ-plot voor scannervoorkeuren > IQ-plot voor de scanner afdrukken op het voorpaneel. Zodra de printer
is gediagnosticeerd en goed functioneert, kunt u de diagnostische plot opnieuw afdrukken zoals is
beschreven in
De diagnostische plot scannen of kopiëren
Er zijn twee manieren om de diagnostische plot te evalueren: scannen naar een JPEG-bestand of
kopiëren op papier.
HP raadt u aan de scanoptie te gebruiken, zodat het gegenereerde bestand indien nodig gemakkelijker
kan worden geanalyseerd door een externe ondersteuningsmedewerker. Als u besluit de plot te
scannen, pas dan eerst uw computermonitor aan zoals is beschreven in
199. Nadat u de diagnostische plot hebt gescand, vergeet dan niet het gescande bestand in willekeurige
afbeeldingsweergavesoftware te openen en een zoomniveau van 100% te kiezen voor een correcte
visuele beoordeling van de patronen.
198
Hoofdstuk 9 Scannen en kopiëren
Diagnostische plot scanner op pagina
197.
Monitorkalibratie op pagina
en
en vervolgens op de