7
WAT TE DOEN ALS...
7 -
In het geval van een storing die veroorzaakt wordt door problemen tijdens de installatiefase of door een defect, raadpleegt u Tabel 12:
Probleem
De radiozender stuurt het hek niet aan en het
led-lampje op de zender gaat niet branden.
De radiozender stuurt het hek niet aan, maar
het led-lampje op de zender gaat branden.
Er wordt geen enkel manoeuvre aangestuurd
en de led OK knippert niet.
Er wordt geen enkel manoeuvre aangestuurd
en de led OK knippert tweemaal snel.
Er wordt geen enkel manoeuvre aangestuurd
en het knipperlicht is uit.
De bewegingsrichting is geïnverteerd: bij
bevel van een Opening, voert de motor een
Sluiting uit.
Invoeren van de motorslede na uitvoering
van het onderhoud
Tabel 12
Oplossing
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
Controleer of de zender correct in het geheugen van de radiosignaalontvanger is opgeslagen.
Controleer of het radiosignaal van de zender correct wordt verzonden door deze empirische test
uit te voeren: druk op een toets en plaats het led-lampje op de antenne van een gewone radio
(liefst een goedkope) die aan staat en afgestemd is op de FM-band op een frequentie van 108,5
MHz of daar zo dicht mogelijk bij in de buurt; u zult nu een zacht krakend, kloppend geluid horen.
Controleer of de reductiemotor stroomtoevoer heeft via de netspanning 230 V.
Vergewis u ervan dat de zekeringen niet onderbroken zijn; zo ja, dan dient u de oorzaak van de
storing op te sporen en de zekeringen door andere exemplaren met dezelfde stroomwaarde
en kenmerken te vervangen.
De PROG-schakelaar staat op de linker stand "1": verplaats de schakelaar naar rechts op "0"
Controleer of het commando daadwerkelijk ontvangen wordt: als het commando bij de SbS-in-
gang aankomt, knippert de led OK tweemaal om aan te geven dat het commando ontvangen is.
Inverteer in de besturingseenheid de elektrische aansluitingen van de motoraansluitklemmen.
De slede uit de rail halen.
Om schade aan de wrijvingscontacten te vermijden, moeten deze opnieuw in hun eigen zit-
ting worden gepositioneerd. Alvorens de motorslede opnieuw op de rail te plaatsen, dient u de
hierna beschreven handelingen uit te voeren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Nederlands – 31