L7
ING2
LET OP! Voor 'Radiobeheer' (led L8) na selectie van het gewenste niveau (L1...L8):
¨
L8
Radiobeheer
Procedure programmering 2e niveau
01.
02.
I
O
I
O
(SET) 3 s
06.
3 s =
(led L1...L8)
5.9 - Ingebouwde radiosignaalontvanger
Voor de bediening op afstand heeft de besturingseenheid een ingebouwde radiosignaalontvanger met frequentie 433,92 MHz en FLOR-code-
ring. Iedere zender wordt door de radiosignaalontvanger herkend aan de hand van een 'code' die verschillend is voor elke zender: de zenders
moeten dan ook worden opgeslagen zodat de ontvanger zo kan worden geconfigureerd dat hij iedere zender herkent.
De opslag is beschikbaar in twee modi: Modus 1 en Modus 2.
• Modus 1 (zie L8 - Tabel 5):
automatisch de commando's in tabel 6 toewijzen aan de toetsen van de zender.
Toets zender
1
2
3
4
22 – Nederlands
In deze fase zijn voor iedere te bewaren zender 10 sec beschikbaar.
03.
L1
=
(SET)
07.
Om de gewenste functie
te selecteren (led: L1...
L8), toets OPEN of CLOSE
indrukken
Tabel 6
Commando
SbS (stap-stap)
Gedeeltelijke opening
Openen
Sluiten
L1
SbS (NO)
L2
Open (NO) (SPYBOX B)
L3
Sluit (NO)
L4
Gedeeltelijk openen 1 (NO)
L5
ALT (NC)
L6
Foto (werkt bij sluiting – NC) (SPYBOX)
L7
Foto1 (werkt bij opening en sluiting – NC)
L8
Foto2 (werkt bij opening – NC)
L1
Opslag code in modus 1
L2
Opslag code in modus 2 - cmd SbS
L3
Opslag code in modus 2 - cmd AP PARZ
L4
Opslag code in modus 2 - cmd AP
L5
Opslag code in modus 2 - cmd CH
L6
Opslag code in modus 2 - cmd STOP
L7
Opslag code in modus 2 - cmd gebruikerslicht
L8
Annulering enkele code
04.
Om de gewenste functie te selec-
teren (led: L1...L8), toets OPEN of
CLOSE indrukken
08.
(SET)
Voor elke zender wordt één fase uitgevoerd en worden alle
toetsen in het geheugen opgeslagen; het maakt niet uit op
welke toets wordt gedrukt. (in het geheugen wordt één plaats
ingenomen voor elke opgeslagen zender). Opmerking: bij op-
slag in 'Modus 1' kan een zender één automatisering besturen.
05.
(SET)
09.
10 s = progr. verlaten of
tot voltooiing van
de stappen 06 en
07
I
O
I
O