Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van De Achtergrondverlichting; Werking Van De Externe Stroomvoorziening; Kalibratieprocedures; Kalibratie Naar 100% Zuurstof - Maxtec MaxBlend 2 LAGE STROOM Gebruiksaanwijzingen

Inhoudsopgave

Advertenties

De toestand van het laag alarm zal blijven aanhouden totdat de eigenlijke
concentratie 0,1% hoger is dan het ingestelde laag alarm.
De toestand van het hoog alarm zal blijven aanhouden totdat de eigenlijke
concentratie 0,1% lager is dan het ingestelde hoog alarm.
Om een verschil te maken tussen de ernstgraden, zal de monitor drie unieke geluiden doen
weerklinken.
2.6 Werking van de achtergrondverlichting
Om de achtergrondverlichting in te schakelen:
1. Wanneer de unit ingeschakeld is, kan de achtergrondverlichting voor 30 seconden
worden ingeschakeld door op de knop voor de achtergrondverlichting te drukken. Door
nog eens op de knop te drukken, zal de achtergrondverlichting uitgeschakeld worden.
2. Als het apparaat gebruikt wordt op een donkere locatie, kan er op om het even welke
knop gedrukt worden om de achtergrondverlichting te activeren.
LET OP: Buitensporig gebruik van de achtergrondverlichting kan de levensduur van de
batterijen verkorten.
2.7 

Werking van de externe stroomvoorziening

Om de levensduur van de batterijen te verlengen kan er een externe door Maxtec goedge-
keurde 7,5 V DC-voeding aangekocht worden. Eenmaal aangesloten op de unit, wordt alle
stroom geleverd door de voeding. Er zijn nog steeds batterijen nodig in de unit die nood-
stroom zullen voorzien wanneer er geen netvoeding is.
OPMERKING: Gebruik enkel de externe voeding van Maxtec die beschreven staat in deel 10.0.
OPMERKING: De voeding is geen batterijoplader.
GEBRUIK GEEN oplaadbare batterijen.
2.8 Kalibratieprocedures
2.8.1 Kalibratie naar 100% zuurstof
De MaxBlend 2 moet gekalibreerd worden voordat hij in klinisch gebruik genomen wordt.
Maxtec beveelt hierna een wekelijkse kalibratie aan. Een frequente kalibratie zal geen negatief
effect hebben op de prestatie van de MaxBlend 2. Na een vervanging van een sensor moet er
ook een kalibratie worden uitgevoerd.
De sensor wordt het best gekalibreerd wanneer hij gemonteerd is op een MaxBlend 2-sen-
sorpoort. Net zoals bij een normale werking, reageert de zuurstofsensor het best wanneer hij
geïnstalleerd is in de verticale positie met de sensor naar onderen gekeerd.
Wijzigingen aan de barometerdruk kunnen een invloed hebben op de zuurstofaflezing. Een
wijziging van 1% aan de barometerdruk resulteert in een fout van 1% in de eigenlijke meting.
(Voorbeeld: als het zuurstofmengsel gemeten wordt op 50% en de barometerdruk verlaagt
van 1000 mbar tot 990 mbar, dan zal de meting veranderen naar 50% x (990/1000) = 49,5%).
Maxtec beveelt aan dat u opnieuw een kalibratie uitvoert als u het apparaat op een nieuwe
hoogte gebruikt en de verhoging meer dan 150 m (500 feet) bedraagt.
Het is het best om de MaxBlend 2 te kalibreren met behulp van de sensorpoort met een tech-
nische zuurstofstandaard (99,0% of beter). De unit kalibreren met kamerlucht is minder nauw-
keurig over het volledig FiO2-bedrijfsbereik.
Om naar 100% zuurstof te kalibreren:
1. Sluit de zuurstoftoevoerlijn aan (het kan zijn dat het drukverschilalarm afgaat).
Controleer of de sensor ingevoerd is in de O2-sensorpoort en aangesloten is op de
sensorkabel. Sluit de luchttoevoerlijn NIET aan op dit moment.
2. Zorg er met behulp van de AAN-/UIT-knop voor dat de MaxBlend 2 ingeschakeld is.
3. Draai de FiO2-knop naar de stop van 100%. Laat de meting een paar minuten
stabiliseren.
4. Druk op de ontgrendelingsknop om het toetsenbord te ontgrendelen. Opmerking: De
pictogrammen LAAG, SMART ALARM, CAL en HOOG zullen beginnen knipperen en de
INGESTELDE BEDRIJFSMODUS aangeven.
5. Druk op de CAL-knop (kalibratie) op het toetsenbord. Het woord "CAL" zal verschijnen
op het scherm voor ongeveer 5 seconden en eindigt dan met 100,0%.
6. De unit is nu gekalibreerd en staat in de normale bedrijfsmodus.
WWW.MAXTEC.COM • (800) 748-5355
2.8.2 Kalibratie naar kamerlucht
De MaxBlend 2 kan snel gekalibreerd worden naar kamerlucht (20,9%).
Om te kalibreren naar kamerlucht:
1. Sluit de luchttoevoerlijn aan (het kan zijn dat het drukverschilalarm afgaat). Controleer
of de sensor ingevoerd is in de O2-sensorpoort en aangesloten is op de sensorkabel.
Sluit de zuurstoftoevoerlijn
kan de kamerluchtkalibratie worden uitgevoerd door de sensor te verwijderen van
de O2-bemonsteringspoort en de stroomrichtklep los te maken. Als deze methode
gebruikt wordt, mogen de gastoevoerlijnen aangesloten blijven.)
2. Zorg er met behulp van de AAN-/UIT-knop voor dat de MaxBlend 2 ingeschakeld is.
3. Draai de FiO2-knop naar de stop van 21%. Laat de meting een paar minuten stabiliseren.
4. Druk op de ontgrendelingsknop om het toetsenbord te ontgrendelen. Opmerking: De
pictogrammen LAAG, SMART ALARM, CAL en HOOG zullen beginnen knipperen en de
INGESTELDE BEDRIJFSMODUS aangeven.
5. Druk op de CAL-knop (kalibratie) op het toetsenbord. Het woord "CAL" zal verschijnen
op het scherm voor ongeveer 5 seconden en eindigt dan met 20,9%.
6. De unit is nu gekalibreerd en staat in de normale bedrijfsmodus.
2.9 Werking van de flowmeter
1. Zet de flowmeter op het gewenste instelpunt, zoals dat afgelezen wordt aan het
midden van de vlotterbal.
Om de stroom te verhogen—draai de knop linksom
Om de stroom te verlagen—draai de knop rechtsom
2. Controleer de ontluchtingstuimelschakelaar om te verzekeren dat deze op de juiste
stand staat.
Bij een lagestroomblender moet de ontluchtingstuimelschakelaar
ingeschakeld zijn (omhoog-positie), als de gecombineerde totaalstroom van
de blender kleiner is dan 3 LPM.
Bij een hogestroomblender moet de ontluchtingstuimelschakelaar
ingeschakeld zijn (omhoog-positie), als de gecombineerde totaalstroom van
de blender kleiner is dan 15 LPM.
Als de toegediende stromen groter zijn dan de bovengenoemde limieten, kan
de ontluchtingstuimelschakelaar uitgeschakeld worden (omlaag-positie) om
gas te besparen.
LET OP: Als de ontluchting niet geactiveerd kan worden, zoals hierboven beschreven
staat, kan dit leiden tot onnauwkeurige zuurstofconcentraties van de blender. De MaxBlend 2
zal echter altijd de werkelijk toegediende concentratie weergeven.
LET OP: De uitlaten van het apparaat kunnen een druk leveren die zo hoog is als de
inlaatdruk. Zorg ervoor dat de apparaten die het gas van de blender vervoeren naar de pati-
ent, geen te grote druk uitoefenen op de patiënt.
3.0 PRESTATIETEST
Voordat de MaxBlend 2 in klinisch gebruik wordt genomen, moeten de volgende testen wor-
den uitgevoerd.
WAARSCHUWING: Als de MaxBlend 2 niet functioneert zoals er beschreven wordt op de
volgende pagina, neem dan contact op met uw Maxtec-verdeler of met een gecertificeerde
servicetechnicus van Maxtec via:
Maxtec
2305 South 1070 West
Salt Lake City, UT 84119
(385) 549-8000 of (800) 748-5355
GEBRUIK de MAXBLEND 2 NIET totdat de correcte werking ervan geverifieerd is.
51
NIET aan op dit moment. (Indien dat gewenst is,
NEDERLANDS

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Maxtec MaxBlend 2 LAGE STROOM

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Maxblend 2 hoge stroom

Inhoudsopgave