9.4 Blootstelling aan anesthetische gassen
Wegens de unieke chemie van de zuurstofsensors die geleverd zijn met de MaxBlend 2, zijn
er geen significante effecten bij blootstellingen aan vaak gebruikte anesthetische gassen; de
monitor is echter niet ontworpen voor blootstellingen aan ontvlambare gasmengsels (Zie de
WAARSCHUWING op pagina 44).
INTERFEREREND
VOLUME % DROGE
Stikstofoxide
60%, evenwicht O2
Halothaan
4%
Enfluraan
5%
Isofluraan
5%
Helium
50%, evenwicht O2
Sevofluraan
5%
Desfluraan
15%
OPMERKING: Zorg voor een evenwicht van 30% O2/70%N2O in het mengsel, tenzij anders gespecificeerd.
10.0 RESERVEONDERDELEN EN
ACCESSOIRES
BESCHRIJVING
MAX550E-zuurstofsensor
BESCHRIJVING VAN DE ACCESSOIRES
Monitorkabel
Haak voor montering aan een rail
Verstelbare haak voor montering aan een paal
Haak voor montering aan een paal
Compacte muurmontering
Door Maxtec goedgekeurde stroomvoorziening
Grote haak voor muurmontering
Dubbele blenderslang van 10' (DISS)
Reparaties aan dit apparaat moeten uitgevoerd worden door een gecertificeerde servicetech-
nicus van Maxtec die ervaren is in reparaties van dit apparaat.
Apparatuur die gerepareerd moet worden, moet
gestuurd worden naar:
Maxtec
Serviceafdeling
2305 South 1070 West
Salt Lake City, Utah 84119
1.800.748.5355
(vermeld het RMA-nummer dat afgegeven is door de klantenservice)
WWW.MAXTEC.COM • (800) 748-5355
11.0 WERKING
11.1 Operationeel schema
INTERFERENTIE IN O2%
<1,5%
<1,5%
<1,5%
<1,5%
<1,5%
<1,5%
<1,5%
Zuurstofinlaat
ONDERDEELNUMMER
11.2 Mengen
R140P02-001
De MaxBlend 2 is ontworpen voor gebruik met twee gasbronnen van 50 psig (3,4 bar). De
twee gasbronnen komen binnen via de inlaatconnectoren voor de lucht en het zuurstof aan
de onderkant van de MaxBlend 2. Elke inlaatconnector is uitgerust met een filter voor partikels
R228P49
van 30 micron. Eenmaal door de filters, gaat elk gas door een eendenbekterugslagklep die
vermijdt dat de gasstroom mogelijk terugkeert naar de lucht- of zuurstoftoevoersystemen.
R100P09
De twee gassen gaan door een evenwichtsregelaar van twee stadia. Het doel van deze rege-
R100P22
laar is om de bedrijfsdruk van de lucht- en zuurstofgasbronnen gelijk te maken. Zodra deze
drukken in evenwicht zijn, worden de gassen verdeeld naargelang de geselecteerde zuurstof-
R100P26
concentratie op de selectieknop voor de zuurstofconcentratie. Met de knop voor de zuurstof-
RP05P07
concentratie kan de clinicus een gewenste concentratie van 21% tot 100% O
punt stoomt de stroom van gemengd gas naar de uitlaatpoort.
R230P10
11.3 Gasuitlaat
RP05P09
Er zijn drie gasuitlaten op de MaxBlend 2. Een ervan is een vaste acrylflowmeter en de andere twee
R129P01
zijn hulppoorten (een op de onderkant van de unit en een op de rechterkant). Deze uitlaten kunnen
gecombineerde gemeten stromen van 0-30 LPM voor het lagestroommodel en 0-120 LPM voor het
hogestroommodel leveren. De hulpuitlaatpoorten zijn uitgerust met een automatische afsluitklep.
De gasstroom van elke uitlaatpoort wordt automatisch geïnitieerd door de bevestiging van een
pneumatisch toestel (zoals een flowmeter) aan de uitlaatpoort.
Ongeacht of de uitlaat al dan niet gekoppeld is aan een toestel, zal er een minimale gasontluch-
tingsstroom van 0,1 LPM stromen van de sensorpoort van MaxBlend 2 op de linkerkant van de blen-
der. Het is vanuit deze ontluchtingsstroom dat het gas geanalyseerd wordt door de zuurstofsensor.
Bovendien is er een tuimelschakelaar aanwezig waardoor de gebruiker een aanvullende gasontluch-
ting kan activeren, waardoor er verzekerd is dat de blender voldoende stroom heeft om nauwkeurig
te functioneren wanneer de totale geleverde stroom aan de patiënt zich onder een bepaalde mini-
mumdrempel bevindt. Voor het lagestroommodel moet deze aanvullende ontluchting geactiveerd
worden als de totale geleverde stroom aan de patiënt kleiner is dan 3 LPM.
Voor het hogestroommodel moet deze aanvullende ontluchting geactiveerd worden als de totale
geleverde stroom aan de patiënt kleiner is dan 15 LPM. Bij geleverde stromen die groter zijn dan deze
limieten kan de ontluchtingstuimelschakelaar gedeactiveerd worden om zuurstof te conserveren.
leiden tot een significante wijziging aan de zuurstofconcentratie die geleverd wordt aan de patiënt.
55
1e stadium
Evenwichtsmodule
Alarm/bypass
Geluidsalarm
Luchtinlaat
LET OP: Als de ontluchting niet geactiveerd kan worden zoals hierboven beschreven is, kan dit
2e stadium
Evenwichtsmodule
Verdelingsklep
O
2
Uitlaat voor
gemengd gas naar
het ontluchtings-
spruitstuk van de
flowmetersensor
Uitlaat voor gemengd gas
kiezen. Vanaf dit
2
NEDERLANDS