Inhoudsopgave
Advertenties
de watertemperatuur en vergelijk deze met de op
het display aangegeven waarde.
m) Controleer, tijdens het verwarmen van het tapwater,
of de aanvoer naar de cv-installatie, minimaal een
meter van het toestel af, niet warm wordt.
7.3. Inspectie onsteek- / ionisatie-
elektrode
Opmerking
Verbuig nooit de ionisatiepen!
Wanneer de afstand tussen ontsteekpen en aardpen
groter is dan 5 mm verbuig dan eventueel voorzichtig de
aardpen totdat de afstand circa 4 +/- 0,5 mm is.
Inspecteer of de afstand tussen de ontsteekpen
(massapen) en de brander 6 +/- 0,5 mm bedraagt.
4
7.4. Onderhoud
Afhankelijk van het resultaat van de inspectie dient tot
(preventief) onderhoud overgegaan te worden.
Aanleidingen voortkomend uit de inspectie (zie
Inspectie op pagina 50) kunnen zijn:
ad. a De op- of aanmerking van de klant over de werking
van de cv-ketel kunnen mogelijk verborgen gebreken
en probleemstellingen kenbaar maken.
ad. b De druk van de installatie dient tussen 1 en 2 bar
gebracht te worden: een mogelijk lek in de installatie
dient opgespoord te worden en eventueel door de
installateur of servicedienst verholpen te worden.
ad. c Mogelijke lekkages dienen verholpen te worden.
ad. d Bij waterlekkage uit de luchttoevoerpijp dient de
oorzaak opgespoord te worden De oorzaak is
mogelijk gelegen in het dakvlak.
ad. e Indien het condenswater uit de sifon sterk
verontreinigd is, dient deze gespoeld te worden.
Indien de brander reeds verwijderd is, met een
vulslang water in de warmtewisselaar laten lopen. Dit
water bereikt automatisch de sifon. Vermijd contact
tussen de isolatieplaat en het water.
ad. f De brander zelf mag nooit schoongemaakt worden.
Indien de warmtewisselaar aan de binnenzijde vuil is
en/of er aanslag aan de binnenzijde van de
roestvaststalen buizen zit dient dit met een harde
nylon borstel verwijderd te worden (nooit een
staalborstel gebruiken!).
Hierna met een stofzuiger (met HEPA filter) het vuil
verwijderen en daarna schoonspoelen.
Indien het vuil met alleen een borstel niet verwijderd
kan worden, gebruik dan water. Vermijd contact
tussen de isolatieplaat en het water.
Spoel na reiniging de wisselaar en sifon goed door.
Laat met een vulslang water in de warmtewisselaar
lopen. Dit water bereikt automatisch de sifon. Vermijd
contact tussen de isolatieplaat en het water.
ad. g Indien de schoepen van de ventilator aangeslagen
zijn met vuil dient nauwkeurig iedere schoep
gereinigd te worden totdat het materiaal van de
schoep weer zichtbaar is. Indien dit niet gelijkmatig
gebeurt, zal de ventilator niet gelijkmatig draaien en
in onbalans raken.
ad. h Zie Inspectie onsteek- / ionisatie-elektrode op
pagina 51.
ad. i Stel indien noodzakelijk de gasinstelling van
minimale en maximale belasting bij op de gasklep.
ad. j Stel indien noodzakelijk de gasinstelling van
minimale en maximale belasting bij op de gasklep
(handmatig kalibreren).
ad. k Indien de cv-pomp een hinderlijke ruis vertoont
dient de pompmotor preventief te worden vervangen.
ad. l Bij een te kleine tapwater hoeveelheid dient de
waterhoeveelheidsbegrenzer gecontroleerd te
worden op vuil. Indien deze schoon is dient de
warmtewisselaar voor het tapwater ontkalkt of
vervangen te worden.
ad. m Indien het aanvoerwater verhoogd wordt in
temperatuur tijdens het tappen, betekent dit dat de
driewegklep aan de binnenzijde vervuild is en dient
deze schoongemaakt of vervangen te worden.
51
Advertenties
Inhoudsopgave
