4.12 Testen van het systeem
Een master of admin gebruiker kan de optie Test gebruiken om verschillende componenten van het systeem
te testen, en om de huidige eigenaar van een afstandsbediening of PA-zender te controleren.
4.12.1 Het testen van sirenes en sirenes
Om de test uit te voeren:
1. Selecteer Test – Sirenes & zoemers.
2. Druk op
of
gevolgd door ✓ om de te testen apparaten te selecteren:
s
t
Ext. Drdl sirenes
ExterneDrdl sirenes en hun flitsers.
Bekab sirenes
Bekabelde sirenes en hun flitsers.
Luidsprekers
Uitbreidingsluidsprekers, bedieningspanelen en andere interne signaalgevers.
Bekab bed pan
Zoemers in bekabelde bedieningspanelen.
3. Druk op
of
om te kiezen of u alle sirenes van het geselecteerde type die aan een specifieke
s
t
partitie zijn toegewezen, wilt bedienen. Druk op
ze uit te zetten.
4. Druk op ✘ om de test te beëindigen.
4.12.2
Een bekabeld bedieningspaneel testen
Opmerking: U kunt alleen het bedieningspaneel testen dat u momenteel gebruikt (u kunt geen
bedieningspaneel op afstand testen).
Om de test uit te voeren:
1. Selecteer Test – bekabeld bedieningspaneel.
De onderste regel van het display toont de naam van het bedieningspaneel en het busadres.
Bijvoorbeeld:
Druk op de knoppen om te testen:
KP 51 :bedieningspaneel K1-51
Alle vier de ABCD LED's en de LED's rond de navigatietoetsen moeten rood oplichten.
▶
2. Druk op
,
,
en
s
t
moeten de LED's van kleur veranderen en moet het display de knop tonen die u hebt ingedrukt.
3. Druk tegelijkertijd op beide PA-knoppen. Het display moet bevestigen dat u op de PA-knoppen hebt
gedrukt. Er wordt geen PA-alarm gegenereerd.
Het systeem gebruiken
◀
om de navigatietoetsen te testen. Telkens wanneer u op een knop drukt,
▶
om de sirenes aan te zetten, en nogmaals op
▶
om
21