optimaal blijven presteren.
Als de pomp niet wordt onderhouden door
de bovenstaande controles uit te voeren,
kan de garantie komen te vervallen.
5 REINIGING EN
STERILISATIE
HP & LH-pompen zijn ontworpen voor gebruik met
producten waarvoor de procesapparatuur en
pompen moeten worden gereinigd. De vereiste
standaard (niveau) van reiniging of ontsmetting
hangt af van de behoeften van het proces en het
product. Deze informatie is louter indicatief. Het is
de verantwoordelijkheid van de gebruiker van de
pomp om ervoor te zorgen dat het gekozen
reinigingsprotocol geschikt is om het gewenste
niveau van zuiverheid te bereiken en Packo kan
geen enkele verantwoordelijkheid aanvaarden
voor vervuiling of verlies.
Om de pomp te reinigen, moet deze ofwel worden
gedemonteerd (handmatige reiniging) of ter
plaatse worden gereinigd (CIP) als onderdeel van
de procedure voor het reinigen van de hele
installatie. Hoe hoger de vereiste norm, hoe
geavanceerder
het
kunnen
ter
plaatse
gesteriliseerd,
d.w.z.
reinigingsmiddelen en/of stoom, zonder dat de
pomp gedemonteerd hoeft te worden.
Ook kan de pomp snel worden gestript om toegang
te krijgen tot alle vloeistofoppervlakken voor
handmatige reiniging of inspectie, indien nodig.
5.1 CLEANING IN PLACE (CIP) &
HANDMATIGE REINIGING
Reinigingssystemen
Het type reinigingssysteem dat wordt gebruikt,
hangt deels af van het vereiste reinigingsniveau,
maar ook van wat er moet worden verwijderd.
Organische materialen zoals oliën, vetten, eiwitten
hebben
een
ander
anorganische materialen zoals minerale zouten.
Reinigingsmiddelenfabrikanten
geven over het juiste gebruik van chemicaliën en
reinigingsproces.
Pompen
worden
gereinigd
door
doorspoelen
systeem
nodig
kunnen
advies
temperatuur. Voor CIP is gewoonlijk een snelheid
van 1,5 m/sec bij 1 bar tegendruk door de
pijpleiding nodig om de vereiste turbulente
stroming te verkrijgen.
Procedure voor Cleaning In Place (CIP)
Elke pomp wordt geleverd in een algemeen schone
staat, maar het is de verantwoordelijkheid van de
gebruiker
sterilisatieregimes vast te stellen die geschikt zijn
voor de vloeistof en het proces. Deze moeten
worden uitgevoerd voordat de pomp voor het eerst
wordt gebruikt en daarna zo vaak als nodig. De
volgende richtlijnen helpen bij het effectief
reinigen van HP- & LH-pompen om het risico op
schade aan de pomp te minimaliseren.
Spoel het systeem zo snel mogelijk na
voltooiing van het proces door met een
geschikte vloeistof, meestal water van
ongeveer 50°C (120°F), om het grootste
deel van de resten te verwijderen voordat
ze opdrogen.
Laat de pomp vol met spoelvloeistof als CIP
niet
uitgevoerd.
Kies chemische reinigingsmiddelen die
passen bij de aard van de te verwijderen
verontreiniging
overeenstemming met de door de fabrikant
aanbevolen concentratie, temperatuur en
circulatietijd, maar overschrijd de 90°C
en
(195°F) niet. Bevestig de compatibiliteit
met
met de materialen van de pomp.
CIP-vloeistofstroom moet resulteren in een
gemiddelde snelheid van minimaal 1,5
m/sec in de leidingen bij 1 bar tegendruk.
Indien u de lobbenpomp gebruikt voor de
circulatie van de CIP-vloeistof, raadpleeg
dan de pompcurve om het toerental van
de pomp te berekenen waarbij die het
vereiste debiet haalt, rekening houdend
met de drukverliezen door het leidingwerk.
OPMERKING: alle pompen zijn gevoeliger
voor cavitatie bij het verpompen van hete
vloeistoffen. Zorg ervoor dat er voldoende
netto-inlaatdruk beschikbaar is.
Bij gebruik van een afzonderlijke pomp
voor de circulatie van CIP-vloeistoffen,
dan
moet de lobbenpomp op een voldoende
hoog toerental draaien om de vloeistof vrij
te laten passeren. Als er niet voldoende
om
geschikte
reinigings-
direct
na
het
spoelen
en
gebruik
en
wordt
deze
in
22