Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

het typeplaatje.
Het overdrukventiel moet zo worden ingesteld dat
het opengaat voordat deze druk wordt bereikt.
Houd er rekening mee dat er een apparaat in het
systeem kan zijn dat beperkt is tot een lagere druk
dan de pomp. (Zie hoofdstuk 3.11 AFDICHTINGEN
EN SPOELEN)
Als dit het geval is, moet het overdrukventiel van
het pomphuisdeksel zo worden ingesteld dat de
pomp deze druk niet kan overschrijden.
Instellen van het overdrukventiel:
Dit moet, indien mogelijk, gebeuren met de te
verpompen vloeistof.
Figuur 15 - overdrukventiel
Draai de stelschroef (135) met de klok mee
zodat hij zo ver mogelijk in de behuizing
komt. Dit zorgt ervoor dat de klep volledig
gesloten is.
Een manometer moet worden aangebracht
in het leidingsysteem direct na de pomp.
Laat de pomp draaien.
Verhoog de druk op de pomp door een klep
stroomafwaarts
pompsnelheid te verhogen. Ga door totdat
de
gewenste
overdrukventiel is bereikt.
AANDACHT
ZORG ERVOOR DAT DE MAXIMUMDRUK
VAN
DE
OVERSCHREDEN.
TYPEPLAATJE.
Draai de stelschroef (135) tegen de wijzers
van de klok in totdat de manometerstand
begint te dalen.
Wanneer een klein staafje in het uiteinde
van de stelschroef wordt gestoken totdat
dit het uiteinde van de klepgeleider (134)
raakt, is het mogelijk de beweging van de
te
sluiten
of
drukinstelling
van
POMP
NIET
WORDT
CONTROLEER
klep te voelen.
De klep is nu ingesteld.
Controleer
overdrukventiel
stroomafwaarts
pompsnelheid te verlagen. Het zal nodig
zijn de druk ongeveer 10% van de
ingestelde
volledige sluiting van het overdrukventiel te
verzekeren.
U kunt ook de pomp stoppen.
Start de pomp opnieuw of verhoog de druk
zoals vermeld bij de instelling van het
overdrukventiel. Het overdrukventiel moet
openen bij de ingestelde druk.
Voer zo nodig verdere aanpassingen uit.
Overbelastingsbeveiliging:
AANDACHT
Om persoonlijk letsel of schade aan de pomp of
het systeem veroorzaakt door overmatige druk te
voorkomen, moet een beschermingsvoorziening
worden aangebracht, zoals:
Een drukschakelaar of sensor die de
aandrijfmotor stopt. Idealiter is de motor
voorzien van een rem.
Een overdrukventiel of breekplaat die
stroomafwaarts
gemonteerd en de nodige leidingen om
overtollige vloeistof veilig weg te leiden.
Een overdrukventiel gemonteerd op het
pomphuisdeksel.
Een slipkoppeling tussen aandrijving en
pomp.
Een motorstroomsensor.
de
AANDACHT
het
Beveiligingsinrichtingen
ingesteld dat zij in werking treden bij of onder de
maximum bedrijfsdruk van de pomp of van het
systeem, afhankelijk van welke de laagste is.
OPMERKING: de maximumdruk varieert met de
HET
temperatuur.

3.14 SMERING

Packo HP- & LH-pompen hebben oliegesmeerde
lagers en precisietandwielen.
de
afstelling
van
door
de
te
openen
of
druk
te
verminderen
van
de
pomp
moeten
zo
worden
het
klep
de
om
is
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave