Smartec CLD18 IO-Link
Endress+Hauser
Foutcategorie (letter voor het meldingsnummer):
• F = Failure, een storing is gedetecteerd
De meetwaarde van het betreffende kanaal is niet langer betrouwbaar. Zoek naar de
oorzaak in het meetpunt. Indien een besturingssysteem is aangesloten, moet deze naar
de handbedieningsmodus worden omgeschakeld.
• M = Maintenance required, er moet zo snel mogelijk actie worden ondernomen
Het instrument meet nog correct. Directe maatregelen zijn niet nodig. Correcte
onderhoud kan een mogelijk storing in de toekomst voorkomen.
• C = Function check, wachten (geen fout)
Onderhoudswerkzaamheden worden aan het instrument uitgevoerd. Wacht tot de
werkzaamheden zijn afgerond.
• S = Out of specification, het meetpunt wordt gebruikt buiten uw specificatie
Bedrijf is nog steeds mogelijk. Echter, er bestaat risico voor verhoogde slijtage, kortere
levensduur of verminderde meetnauwkeurigheid. Zoek naar de oorzaak in het meetpunt.
Code
Meldingstekst
F22
Temp. sensor
F61
Sens.el. (IDxxx)
F100
Sens.com (IDxxx)
F130
Sensor supply
F152
No airset
F241
Int.SW (IDxxx)
F243
Int.HW (IDxxx)
F419
Back to Box
F904
Process check
Code
Meldingstekst
C107
Calib. active
C216
Hold active
C848
Simulate (IDxxx)
Beschrijving
Temperatuursensor is defect
Sensorelektronica defect
Sensor communiceert niet, sensor niet
aangesloten
Sensorcontrole, geen geleidbaarheid
weergegeven
Sensorgegevens
Geen kalibratiegegevens beschikbaar
Niet gespecificeerde softwarefout
Niet gespecificeerd hardwarefout
Terug naar box command wordt
uitgevoerd
Procescontrole systeemalarm
Meetsignaal is gedurende langere tijd
niet veranderd
Mogelijke redenen:
• Vervuilde sensor, of sensor in lucht
• Geen stroming naar sensor
• Sensor defect
• Softwarefout
Beschrijving
Sensorkalibratie actief
Hold-functie is actief
Simulatie actief
• ID852 Simulatie stroomuitgang
• ID849 Meetwaardesimulatie
Diagnose en storingen oplossen
Oplossing
‣
Neem contact op met het
serviceteam.
‣
Neem contact op met het
serviceteam.
1.
Controleer de sensoraansluiting.
2.
Neem contact op met het
serviceteam.
Sensor lucht of defect
1.
Controleer de sensorinstallatie.
2.
Neem contact op met het
serviceteam.
‣
Kalibreer luchtinstelling.
‣
Neem contact op met het
serviceteam.
‣
Neem contact op met het
serviceteam.
‣
Wacht op herstart.
1.
Controleer de sensorinstallatie.
2.
Controleer of de sensor in het
medium is ondergedompeld.
3.
Herstart het instrument .
Oplossing
‣
Wacht.
‣
Uitschakelen hold-functie.
‣
Schakel de simulatie uit.
37