6
Configureer de instellingen van
het toegangspunt.
IP address
Selecteer de manier waarop het IP-adres
wordt geconfigureerd.
Wanneer [Manual] is geselecteerd,
voert u de configuratie-items voor het
IP-adres in die op het scherm worden
weergegeven en selecteert u [OK].
Priority Connection
Selecteer of u verbindingsprioriteit voor
toegangspunten wilt configureren.
WIRELESS TC LINK
Selecteer of het toegangspunt de functie
Wireless TC LINK gebruikt (p. 96).
z Tip
• Als u [DNS server setting] selecteert op het IP
ADDRESS SET-scherm, wordt het
instellingenscherm van de DNS-server
weergegeven.
7
Selecteer [Register].
• De verbinding met het toegangspunt
wordt tot stand gebracht.
• [Registered.] wordt weergegeven als
het toegangspunt is geregistreerd. De
SSID en frequentieband van het
geregistreerde toegangspunt worden
ook weergegeven.
8
Selecteer
.
Na een korte vertraging wordt een lijst
met toegangspunten weergegeven
waarmee verbinding kan worden
gemaakt.
De volgende geregistreerde
pictogrammen worden rechts van de
geregistreerde toegangspunten
weergegeven. Het pictogram is
afhankelijk van de instelling in stap 6.
Priority
WIRELESS TC
Connection
LINK
On
On
Off
On
Off
Off
z Tip
• [Priority Connection] of [WIRELESS TC
LINK] kan op slechts één toegangspunt worden
geregistreerd. Als bijvoorbeeld een
toegangspunt is geregistreerd met [WIRELESS
TC LINK] ingesteld op [On] en een nieuw
toegangspunt is geregistreerd met [WIRELESS
TC LINK] ingesteld op [On], wordt
[WIRELESS TC LINK] op het eerste
toegangspunt gewijzigd in [Off].
9
Selecteer
en druk op de knop
MENU om het menuscherm te
sluiten.
De apparaatnaam wijzigen
1
Druk op de MENU-knop.
2
Selecteer
(NETWORK SET) t
[Wi-Fi SET] t [EDIT DEVICE
NAME].
'Wi-Fi Direct' en andere apparaten
worden weergegeven.
Als u de naam van een apparaat wilt
wijzigen, gebruikt u de volgende
procedure om een naam in te voeren
vanaf het toetsenbord.
Geregi-
streerd
pictogram
85
NL
Vervolg ,