De scherpstelling aanpassen
U kunt de scherpstelling handmatig of
automatisch aanpassen voor verschillende
opnameomstandigheden.
De scherpstelling handmatig
aanpassen
1
Tijdens een opname of in stand-
by drukt u op de knop C om
handmatig scherp te stellen.
9 wordt weergegeven.
2
Beweeg de ZOOM/FOCUS-
schakelaar B en draai aan de
handmatige lensring A.
• SCHERPSTELLING: U kunt de
scherpstelling handmatig aanpassen
door aan de handmatige lensring te
draaien.
• ZOOM: U kunt de zoom handmatig
aanpassen door aan de handmatige
lensring te draaien.
9 verandert in
scherpstelling niet verder kan worden
aangepast en verandert in
36
NL
wanneer de
wanneer
de scherpstelling niet dichterbij kan
worden aangepast.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Druk op de AF/MF-knop C om de
scherpstelling in te stellen op automatisch.
9 verdwijnt en de automatische
scherpstelling wordt ingeschakeld.
De camcorder maakt gebruik van
fasedetectie-AF voor scherpstellen met
hoge snelheid en contrast-AF voor uiterst
nauwkeurig scherpstellen.
De combinatie van deze twee methoden
voor automatische scherpstelling zorgt voor
automatische scherpstelling met zowel
hoge snelheid als hoge nauwkeurigheid.
Wanneer fasedetectie-AF is ingeschakeld,
worden voor fasedetectie-AF op het scherm
weergegeven wanneer [PHASE AF
FRAMES] is ingesteld op [ON]. Daarnaast
wordt het AF-gebied voor fasedetectie op
het scherm weergegeven wanneer [PHASE
DETECT. AF AREA] is ingesteld op [ON].
De scherpstelpositie wordt aangegeven
door witte frames voor fasedetectie-AF en
de frames worden groen wanneer het beeld
scherp is.
Frames voor fasedetectie-AF
Gebied voor
fasedetectie-AF
Frame voor
scherpstelgebied