XD 7500
Bepaling van de
kalibratiefunctie
ba77191n01 - 71310060
U hebt de volgende mogelijkheden om een methode op te stellen:
Inmeten:
Uitvoering van een testreeks met de volgende monsteroplossingen bij een
gelijktijdige overname van de waarden door de fotometer:
– Blind monster voor de bepaling van de blinde reagenswaarde
(met gedemineraliseerd water in plaats van het monster, zie Paragraaf
4.5.9)
– minstens een en maximum tien standaardoplossingen in verschillende
concentraties.
De fotomotor slaat de waardeparen streefwaarde/extinctie van de afzon-
derlijke metingen op en bepaalt van daaruit de kenmerken voor de kali-
bratie. Daarbij kunt u kiezen uit de curventypes Polygoon lijn, Rechte lijn
en Parabool.
Invoer als waardeparen:
Invoer van de waardeparen streefwaarde (concentratie)/gemeten extinc-
tie van een reeds beschikbare testreeks met de volgende monsteroplos-
singen:
– Blind monster voor de bepaling van de blinde reagenswaarde
(met gedemineraliseerd water in plaats van het monster, zie Paragraaf
4.5.9)
– minstens een en maximum tien standaardoplossingen in verschillende
concentraties.
De fotometer bepaalt aan de hand van de ingevoerde waardeparen de
kenmerken voor de kalibratie. Daarbij kunt u kiezen uit de curventypes
Polygoon lijn, Rechte lijn en Parabool.
Invoer van een functie:
Invoer van een functie voor de berekening van de concentratie aan de
hand van de extinctie (omgekeerde kalibratiefunctie). In de fotometer kunt
u de coëfficiënten van een polynoom van de volgende vorm invoeren:
c = a0 + a1·A + a2·A<Hochgestellt>2<Default ¶ Font> + a3·A<Hochge-
stellt>3<Default ¶ Font> + a4·A<Hochgestellt>4<Default ¶ Font> +
a5·A<Hochgestell
met:
c
meetresultaat, bijv. concentratie
a0 tot a5
coëfficiënten (invoerbereik 0.000 tot 1000.000)
A
extinctie (absorbance)
04/2018
Bediening
63