Inbedrijfstelling
16
– bijtende of oplosmiddelhoudende dampen.
Om te meten, moet het apparaat op een effen oppervlak staan.
Gespoten vloeistof of gemorst materiaal moet onmiddellijk worden verwij-
derd (zie Paragraaf 5.2 R
).
CELBREUK
De celschacht moet altijd gesloten zijn als de fotometer niet wordt
gebruikt.
Bij een transport van het apparaat moet de celschacht leeg zijn.
Voor het mobiele gebruik bevelen wij de transportkoffer aan (artikelnr.
71310010, zie Paragraaf 8.1 T
3.3
Eerste inbedrijfstelling
Voer de volgende acties uit:
bufferbatterijen plaatsen (zie Paragraaf 3.3.1)
energievoorziening aansluiten (zie Paragraaf 3.3.2)
fotometer inschakelen (zie Paragraaf 3.3.3)
taal instellen (zie Paragraaf 3.3.4)
datum en tijdstip instellen (zie Paragraaf 3.3.5)
nulregeling uitvoeren (zie Paragraaf )
Als u de taal, de datum en het tijdstip aan de hand van paragra-
fen 3.3.4 en 3.3.5 instelt, raakt u snel vertrouwd met de eenvou-
dige bediening van de XD 7500. Meer aanwijzingen voor de
bediening vindt u in Paragraaf 4.2 A
.
PES
3.3.1
Bufferbatterijen plaatsen
Vier bufferbatterijen (type AA of mignon, inbegrepen in de levering) voeden
het ingebouwde uurwerk terwijl de fotometer is uitgeschakeld.
Plaats de batterijen als volgt:
of Paragraaf 6.1 M
EINIGING
).
OEBEHOREN
LGEMENE BEDIENINGSPRINCI
ba77191n01 - 71310060
XD 7500
AATREGELEN BIJ EEN
-
04/2018