Bediening
Bedieningsprincipe
7
PQRS
Speciale tekens
Bedieningsvoor-
beeld: Identificatie
(ID) invoeren
30
Letters A ... Z of a ... z
Leestekens . -
Speciale tekens ° / + ² ³ # %
De tekeninvoer is altijd pas mogelijk wanneer de display een invoerveld
weergeeft.
De toetsen van het alfanumerieke toetsenbord zijn bezet met de opgedrukte
cijfers en tekens (inclusief kleine letters). Met de toets <7/PQRS> kunt u bij-
voorbeeld de volgende tekens invoeren: 7, P, Q, R, S, p, q, r, s.
U kiest het gewenste teken door meermaals op de toets te drukken (zoals bij
een mobiele telefoon). Bij meervoudig bezette toetsen verschijnt bij de eerste
druk altijd het betreffende cijfer. Voor de invoer van een cijfer volstaat altijd
een druk op de toets.
Bij de eerste druk op de toets wordt bovendien een rij opengeklapt die alle
voor deze toets beschikbare tekens weergeeft. Het momenteel geselec-
teerde teken wordt gemarkeerd.
Een teken wordt in het invoerveld overgenomen wanneer
het teken langer dan 1 seconde is gemarkeerd,
het teken met
<START·ENTER>
een andere alfanumerieke toets wordt ingedrukt.
Bij zuivere cijferinvoeren (bijv. invoer van een golflengte) zijn de
toetsen van het alfanumerieke toetsenbord alleen met het betref-
fende cijfer bezet. Elke druk op de toets leidt direct tot de invoer
van het cijfer (zoals bij een zakrekenmachine).
Speciale tekens worden met de toets <1/*> ingevoerd.
Het invoerveld ID invoeren verschijnt wanneer u bij een zichtbaar opslagsym-
<STORE>
bool op de toets
gegevensset met de identificatie "Test" worden opgeslagen.
wordt bevestigd,
drukt. In het volgende voorbeeld moet een meet-
ba77191n01 - 71310060
XD 7500
04/2018