Weergavefuncties
Zoomweergave
Spreid twee vingers in de schermvullende weergavestand (A26) om het huidige
beeld te vergroten.
15/11/2013 15:30
15/11/2013 15:30
15/11/2013 15:30
0004. JPG
0004. JPG
0004. JPG
U kunt ook inzoomen op beelden door de zoomknop naar g (i) te verplaatsen of
door dubbel te tikken op een beeld.
De zoomfactor wijzigt wanneer u uw vingers verplaatst (spreiden of
samenbrengen). U kunt de zoomfactor ook wijzigen door de zoomknop te
verplaatsen (g (i)/f (h)).
Om een ander gedeelte van het beeld te bekijken, sleept u het beeld.
Als u de zoomknop verplaatst om in te zoomen op een beeld dat werd gemaakt
met gezichtsherkenning (behalve voor AF met doelopsporing) of dierherkenning,
zoomt de camera in op het gezicht dat tijdens de opname werd gedetecteerd
(behalve beelden die werden vastgelegd in een reeks). Wanneer de camera
meerdere gezichten heeft gedetecteerd terwijl het beeld werd vastgelegd, tikt u
op M of N om een ander gezicht weer te geven.
Om beelden te wissen, tikt u op E.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, dubbeltikt u op het beeld
om terug te keren naar de schermvullende weergavestand.
C
Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, tikt u op G om het beeld uit te
snijden en het weergegeven gedeelte van het beeld op te slaan als een afzonderlijk
bestand (E13).
64
4 4 / /
4 4
Gids weergavegebied
×3.0
× × 3.0
3.0
Beeld wordt ingezoomd.