Gezichtsherkenning
Wanneer de camera in de hierna
vermelde opnamestanden naar een
menselijk gezicht wordt gericht,
detecteert de camera automatisch het
gezicht en stelt hierop scherp.
G (eenvoudige autostand) (A34)
Wanneer AF-veldstand (A56) in de
stand A (auto) (A35) is ingesteld op
Gezichtprioriteit of AF met
doelopsporing
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A37)
Stand Slim portret (A44)
Wanneer de camera meer dan een gezicht detecteert, wordt de dubbele rand
(scherpstelveld) weergegeven rond het gezicht waarop is scherpgesteld, en een
enkele rand rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
In de stand G (Eenvoudige autostand) wijzigt de camera de scherpstelvelden
afhankelijk van het onderwerp.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp
dat zich het dichtst bij de camera bevindt (wanneer Gezichtprioriteit wordt
gebruikt).
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret
stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B
Opmerkingen over de gezichtsherkenningsfunctie
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren,
zoals de richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
1910
1910
1910
61