3.
Ga verder met uw werkzaamheden. Indien er nog verdere
afstellingen nodig zijn, moet de procedure herhaald worden.
De veren voor de tegenbalans staan onder spanning als de maai-
eenheid in de neergelaten positie staat. Haal altijd de maai-eenheid
op voordat u de veren gaat bijstellen of verwijderen.
Onderhoud
SMERING
HET SMEREN VAN LAGERS EN LAGERBUSSEN
De maai-eenheid moet regelmatig gesmeerd worden. Indien de
machine onder normale omstandigheden gebruikt wordt moeten de
zwenkwiellagers en lagerbussen na iedere 8 bedrijfsuren of
dagelijks, afhankelijk van hetgeen zich het eerst voordoet, met Nr. 2
smeer voor algemene doeleinden op lithium- of molybdeenbasis
gesmeerd worden. Alle andere lagers, lagerbussen en de
tandwielkast moeten na iedere 50 bedrijfsuren gesmeerd worden.
1.
De smeerpunten van de maai-eenheid zijn: lagers en lagerbussen
van de zwenkwielarmen en de lagers van de messenassen.
2.
Laat de maai-eenheid zakken zodat de zwenkwielen op een
horizontaal oppervlak staan. Zorg ervoor dat alle maaihoogte-
pinnen in dezelfde positie in de gaten zitten. Verwijder de
controleplug (Afb. 8) uit de zijkant van de tandwielkast en
controleer het smeeroliepeil. Indien het smeeroliepeil laag is
verwijdert u de vuldop bovenop de tandwielkast en vult u
SAE 80-90 wt. tandwielolie bij totdat het peil tot aan de bodem
van het peilgat staat.
12
LET OP
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5