4.4.2. UITSCHAKELING VAN DE AUTOMATISCHE STILSTAND (AUTO POWER OFF)
Voor uitschakelen van de automatische uitstand:
1. Houd in de stand OFF de toets
"vol scherm" en tot u een pieptoon hoort, om in de configuratiemodus te kunnen. Het symbool
2. Bij het loslaten van de toets
3. Bij het opnieuw starten van de tang keert het apparaat terug naar Auto Power OFF.
4.4.3. PROGRAMMERING VAN DE STROOMDREMPEL BIJ DE TRUE INRUSH METING
Voor het programmeren van de stroomdrempel voor de ontkoppeling van de True INRUSH meting:
1. Houd in de stand OFF de toets
in "vol scherm" en tot u een pieptoon hoort, om in de configuratiemodus te kunnen. De display geeft het op de gemeten
stroomwaarde toe te passen overschrijdingspercentage aan om de ontkoppelingsdrempel voor de meting te bepalen.
De standaard in het geheugen opgeslagen waarde is 10%, wat 110% van de gemeten vastgestelde stroom voorstelt. De
mogelijke waarden zijn 5 %, 10 %, 20 %, 50 %, 70 %, 100 %, 150 %, 200 %.
2. Druk voor het wijzigen van de waarde van de drempelwaarde op de toets
toets
wordt de volgende waarde weergegeven. Druk om de gekozen drempelwaarde te registreren lang (>2 s) op de
toets
. Ter bevestiging wordt er een pieptoon verzonden.
Draai, om de programmeringsmodus te verlaten, de schakelaar op een andere stand. De gekozen drempelwaarde wordt in het
geheugen opgeslagen (er klinkt een dubbele pieptoon).
N.B.: De drempel voor ontkoppeling van de meting van een startstroom is vastgesteld op 1 % van het minst gevoelige kaliber. De
afstelling van deze drempel kan niet gewijzigd worden.
4.4.4. STANDAARD CONFIGURATIE
Voor het resetten van de tang met zijn standaard parameters (of fabrieksconfiguratie):
Houd in de stand OFF de toets
scherm" en tot u een pieptoon hoort, om in de configuratiemodus te kunnen. Het symbool "rSt" wordt weergegeven.
Na 2 s laat de tang een dubbele pieptoon horen en vervolgens worden alle symbolen van het beeldscherm weergegeven totdat
men de toets
loslaat. De standaard parameters worden vervolgens hersteld:
Detectiedrempel bij continuïteit = 40 Ω
Ontkoppelingsdrempel True Inrush = 10 %
4.5. SPANNINGSMETING (V)
Ga als volgt te werk voor het meten van een spanning:
1. Zet de schakelaar op
2. Sluit het zwarte snoer aan op de klem COM en het rode snoer op "+",
3. Plaats de meetpennen of de krokodilklemmen op de klemmen van het te meten circuit. Het apparaat selecteert automatisch AC
of DC, afhankelijk van de grootste gemeten waarde. Het symbool AC of DC gaat knipperen.
Druk voor het handmatig selecteren van AC, DC of AC+DC op de gele toets totdat de gewenste keuze verschijnt. Het symbool
van de gekozen selectie gaat dan permanent branden.
De waarde van de meting verschijnt op het scherm.
ingedrukt terwijl u de schakelaar op
, Het apparaat werkt als voltmeter in de normale modus.
ingedrukt terwijl u de omschakelaar op
ingedrukt terwijl u de schakelaar op
,
, draait tot aan het einde van de afbeelding in
, draait tot aan het einde van de afbeelding
. De waarde knippert: bij iedere druk op de
, draait tot aan het einde van de afbeelding in "vol
17
P
wordt weergegeven.