Inhoudsopgave
Advertenties
REINIGEN
Zorg ervoor dat de machine schoon en vrij van vuil is voordat u deze
transporteert of opbergt; reinig ze indien nodig met een zachte en
droge borstel.
Gebruik een tuinslang om de grasvanger te reinigen. Gebruik geen
hogedrukreiniger.
Door de onderkant van het maaidek schoon te houden, verbetert u
de prestaties.
Houd de plaats waar de accu wordt bevestigd schoon.
Zorg ervoor dat het systeem voor het bevestigen en aansluiten van
de accu vrij is van vuil en grasresten.
Gebruik geen water onder druk en voorkom dat de motor of de
elektrische onderdelen nat worden.
Gebruik geen agressieve producten om het chassis te reinigen.
ONDERHOUDSSCHEMA
REGULIERE ONDERHOUDSPERIODE (3)
Voer uit op elke aangegeven maand of
bedrijfsuren-interval, naargelang wat
zich het eerst voordoet.
Aanhaalmoment
Controleren
mesbevestigingsbouten
Maaimes
Controleren
(Vervorming / schade)
Grasvanger
Controleren
Select Drive-regelaarkabel
Controleren
Aanpassen
Maaimesregelaarkabel
Controleren
Aandrijfriem
Controleren
Palwiel
Vet
Motorkoelribben
Reinigen
Accugedeelte
Reinigen
Draaitoestand van de motor
Controleren
Buitenkant machine
Controleren
(1) Vervangen indien nodig.
(2) Deze onderdelen dienen door uw onderhoudsdealer te worden
onderhouden, tenzij u over het juiste gereedschap beschikt en mechanisch
onderlegd bent. Raadpleeg het Honda werkplaatshandboek voor de
onderhoudsprocedures.
(3) Houd bij commercieel gebruik het aantal bedrijfsuren bij om de juiste
onderhoudsintervallen te bepalen.
Elke
Elke
100
150
Bij elk
Zie
gebruiks
gebruiks
gebruik
bladzijde
uren of
uren of
elk jaar
2 jaar
●
11
●
7
●
5,10,12
●
11
●(1)
11
●
11
●(1)(2)
-
●(2)
-
●
12
●
12
●
7
●
7
PROBLEMEN OPLOSSEN
MACHINE WERKT NIET
Mogelijke oorzaak
Accu leeg.
De contactsleutel is niet volledig gedraaid.
De accu is niet goed geplaatst.
Accu te heet/koud.
Defecte accu.
DE MACHINE WERKT MET TUSSENPOZEN
Mogelijke oorzaak
Interne bedrading van product beschadigd. Neem contact op met uw onderhoudsdealer.
Thermische beveiliging motor/elektronica is
geactiveerd.
Externe bekabeling beschadigd.
MOTOR START EN STOPT VERVOLGENS ONMIDDELLIJK
Mogelijke oorzaak
De accu is niet goed opgeladen.
De contactsleutel is niet volledig gedraaid.
De accu is niet goed geplaatst.
Maaimes geblokkeerd door taai lang gras.
Accu te heet/koud.
MAAIOPPERVLAK (ACCUDUUR) NIET GROOT GENOEG
Mogelijke oorzaak
Maaihoogte te laag.
Gras te hoog.
Het gras is dik begroeid.
Levensduur van accu bereikt.
Laag accupeil.
OPSLAG
VOORBEREIDINGEN VOOR OPSLAG VAN DE
MACHINE
Zorg ervoor dat de contactsleutel en de accu uit de machine zijn
verwijderd alvorens de machine op te bergen.
Correcte opslag is essentieel voor het behoud van de levensduur
van het product. Vermijd, indien mogelijk, opslagruimten met een
hoge vochtigheidsgraad, die roest of corrosie kunnen veroorzaken.
Opslag aan het einde van het seizoen:
- Verwijder de accu en bewaar zowel de machine als de accu op
een droge en veilige plaats uit de buurt van direct zonlicht.
- Plaats geen voorwerpen bovenop de machine.
- Wanneer het product voor langere tijd wordt opgeborgen, dient
het vooraf grondig te worden gereinigd.
NB: Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de
opslagprocedures van de accu.
Oplossing
Accu laden.
Controleer of de contactsleutel volledig in de
stand ON (I) staat.
Plaats de accu correct.
Laat de accu opwarmen/afkoelen -
Controleer de led-indicatie van de accu.
Vervang de accu door een nieuwe.
Oplossing
Laat de motor/elektronica afkoelen en
verhoog de maaihoogte.
Neem contact op met uw onderhoudsdealer.
Oplossing
Controleer het display van de accu - Laad de
accu op indien nodig.
Controleer of de contactsleutel volledig in de
stand ON (I) staat.
Plaats de accu correct.
Schakel de contactsleutel uit en maak het
maaimes vrij.
Laat de accu opwarmen/afkoelen -
Controleer de led-indicatie van de accu.
Oplossing
Verhoog de maaihoogte.
Verhoog de maaihoogte.
Verhoog de maaihoogte of maai het gras
regelmatiger.
Vervang de accu door een nieuwe.
Zorg ervoor dat de accu volledig opgeladen
is voor gebruik.
13 NL
Advertenties
Inhoudsopgave
