Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync LCD2190UXp Gebruikershandleiding pagina 23

Inhoudsopgave

Advertenties

Label6
Color Control
Label7
Sharpness
DVI Selection
(DVI-selectie)
Video Detect
(Signaaldetectie)
Off Timer (Uit-Timer)
IPM (Intelligent Power De functie Intelligent Power Manager zet de monitor in de slaapstand als er een tijd geen
Manager)
Kleurenbeheersystemen: zeven vooringestelde kleureninstellingen.
Voor de vooringestelde instellingen 1, 2, 3 en 5 kunnen de onderstaande niveaus worden
aangepast:
TEMPERATURE (TEMPERATUUR): u past de temperatuur van wit aan door de waarde van
deze instelling te verhogen of te verlagen. Een lagere kleurentemperatuur maakt het scherm
enigszins rood, een hogere kleurentemperatuur maakt het scherm enigszins blauw.
WHITE (WIT (Witbalans)): als de TEMPERATUUR verdere aanpassing vereist, kunnen de
individuele R/G/B-niveaus van het witpunt worden aangepast. AANGEPAST moet worden
weergegeven als de TEMPERATUUR-selectie om de R/G/B-niveaus aan te kunnen passen.
HUE (TINT): hiermee past u de tint van iedere kleur aan*
weergeven op het scherm en de kleurbalken in het menu geven de hoeveelheid van de
aanpassing weer.
SATURATION (VERZADIGING): hiermee past u de kleurdiepte van iedere kleur aan*
Druk op de knop "RIGHT" en de levendigheid van de kleur wordt hoger.
OFFSET: hiermee past u de helderheid van iedere kleur aan*
en de helderheid van de kleur wordt hoger.
*1: ROOD, GEEL, GROEN, CYAAN, BLAUW en MAGENTA.
NATIVE, sRGB: de oorspronkelijke kleur die door het LCD wordt weergegeven. Deze kleur
kan niet worden gewijzigd.
PROGRAMMABLE (Programmeerbaar): De kleurentoon die in de gedownloade
toepassingssoftware is ingesteld, wordt weergegeven.
Dit is de digitale mogelijkheid om bij alle signaaltimings een scherp beeld te behouden.
Hierbij wordt de scherpte voortdurend aangepast om afhankelijk van uw voorkeur een
scherp of zacht beeld te behouden. Deze waarde wordt afzonderlijk ingesteld op basis van
verschillende timings. Druk op "Links" of "Rechts" om in te stellen.
Met deze functie selecteert u de DVI-ingangsmodus (Ingang 1). Wanneer u de DVI-
selectie wijzigt, moet u de computer opnieuw opstarten. Druk op "Links" of "Rechts" om de
gewenste optie te selecteren.
AUTO (AUTOMATISCH): bij gebruik van de DVI-D naar DVI-D-kabel moet DVI
SELECTION (DVI-selectie) ingesteld worden op DIGITAL (Digitaal). Bij gebruik van de
D-SUB naar DVI-A-kabel moet DVI SELECTION (DVI-selectie) ingesteld worden op
ANALOG (Analoog).
DIGITAL (Digitaal): de digitale DVI-ingang is beschikbaar.
ANALOG (Analoog): de analoge DVI-ingang is beschikbaar.
Hiermee selecteert u de videodetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan één
computer op de monitor is aangesloten. Druk op "Links" of "Rechts" om de gewenste optie
te selecteren.
FIRST (Eerste): u moet de video-ingang op de modus "FIRST" instellen. Wanneer het
huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor
automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in. De monitor zoekt geen andere
videosignalen wanneer de huidige videobron aanwezig is.
LAST (Laatste): u moet de video-ingang op de modus "LAST" instellen. Wanneer de
monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een signaal
geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de
nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor
een videosignaal op de andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort
bevindt, schakelt de monitor automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
NONE (Geen): de monitor zoekt geen beeldsignaal op de andere ingangspoort tenzij de
monitor wordt ingeschakeld.
De monitor wordt automatisch uitgeschakeld nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken
die met de functie ON/OFF (Aan/Uit) is ingesteld. Wanneer u "ON" (Aan) selecteert, drukt
u op "SELECT" en "Links" of "Rechts" om de waarde aan te passen.
Voordat het apparaat wordt uitgeschakeld, wordt er een bericht weergegeven op het
scherm waarin de gebruiker gevraagd wordt of hij wil dat de uitschakeltijd met 60 minuten
vertraagd wordt. Druk op een willekeurige OSM-knop om de uitschakeltijd te vertragen.
activiteit heeft plaatsgevonden. IPM beschikt over drie instellingen.
OFF: De monitor gaat niet naar de slaapstand als het ingangssignaal verloren gaat.
STANDARD: De monitor gaat automatisch naar de slaapstand wanneer het
ingangssignaal verloren gaat.
OPTION (Optie): De monitor verspringt automatisch naar de slaapstand wanneer het
kamerlicht beneden het niveau valt dat door de gebruiker is ingesteld.
Nederlands-21
1
. De verandering in kleur wordt
1
1
. Druk op de knop "RIGHT"
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave