6
Klik op [OK].
➠
De instellingen worden toegepast.
7
Uitloggen van Externe UI.
●
Wanneer de AirPrint-functie is ingeschakeld, zijn de volgende netwerkinstellingen ook ingeschakeld:
-
[Gebruik HTTP](P. 328)
-
[Instellingen IPP-afdrukken](P. 327)
-
[mDNS-instellingen](P. 326)
De functies en beveiliging voor AirPrint instellen
AirPrint gebruikt het IPP protocol.
U kunt de instellingen kiezen voor het versleutelen van communicatie met TLS, en IPP-verificatie configureren met
behulp van het protocol.
Kies deze instellingen met behulp van Externe UI vanaf een computer. U kunt de instellingen niet kiezen met behulp
van het bedieningspaneel.
Beheerdersrechten zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
●
Wanneer u communicatie met TLS versleutelt, geeft u de sleutel die en het certificaat dat u wilt gebruiken op
voor communicatie met TLS-versleuteling.
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
starten(P. 283)
2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
pagina van Externe UI(P. 286)
3
Klik op [Netwerkinstellingen]
➠
Het scherm [Instellingen IPP-afdrukken bewerken] verschijnt.
4
Kies de IPP-instellingen.
Te gebruiken functies beperken
Maak het selectievakje [Gebruik IPP-afdrukken] leeg.
Daarna kunt u niet langer afdrukken met behulp van with AirPrint.
Aan mobiele apparaten koppelen
TLS gebruiken(P. 234)
[Instellingen IPP-afdrukken]
199
Externe UI
Portal-
[Bewerken].