Een printerpoort kiezen (Windows)
Als het IP-adres van het apparaat is veranderd of als er een printer is toegevoegd in Windows, kunt u misschien niet
afdrukken vanaf een computer. In dat geval voegt u een nieuwe poort toe met behulp van het
printerstuurprogramma.
Bovendien kunt u niet afdrukken vanaf een computer als het poortnummer verschilt van dat van de
apparaatinstelling. In dat geval maakt u de instelling op het printerstuurprogramma gelijk aan die van het apparaat.
Een poort toevoegen(P. 152)
Het poorttype en -nummer veranderen(P. 153)
Een poort toevoegen
Beheerdersrechten zijn vereist op iedere computer.
Vereiste voorbereidingen
●
Houd de informatie gereed van het IP-adres of DNS-naam (hostnaam) van het apparaat.
netwerkstatus en instellingen controleren(P. 80)
1
Meld u bij de computer aan met een administrator-account.
2
Klik op [
] (Start)
➠
Het scherm [Printers en scanners] verschijnt.
3
Klik op het printerstuurprogramma van het apparaat
van printer].
➠
Het scherm met eigenschappen van het printerstuurprogramma verschijnt.
4
Klik op het tabblad [Poorten] op [Poort toevoegen].
➠
Het scherm [Printerpoorten] verschijnt.
5
Voeg een nieuwe poort toe.
1
Selecteer [Standard TCP/IP Port] en klik op [Nieuwe poort].
➠
Het scherm [Wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen] verschijnt.
2
Klik op [Volgende].
3
Voer het IP-adres of de DNS naam (hostnaam) van het apparaat in en klik op [Volgende].
Afdrukken
[
] (Settings)
[Apparaten]
152
De
[Printers en scanners].
[Manage]
[Eigenschappen
8S1Y-03C