• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accessoires en onderdelen om het toestel te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan het omvallen van de unit,
waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen hebben.
Op een te zwakke fundering kan de unit omvallen en lichamelijk letsel veroorzaken.
• Houd bij het installeren van de unit rekening met natuurkrachten, zoals harde wind, stormen of aardbev-
ingen, waar van toepassing.
Wanneer hiermee tijdens de installatie geen rekening wordt gehouden, kan dit tot gevolg hebben dat de
unit omvalt en ongevallen veroorzaakt worden.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een gescheiden voedingssysteem en dat al het werk aan de ele-
ktrische bedrading wordt uitgevoerd door erkende elektriciens en conform de landelijk geldende voor-
schriften en de instructies van deze installatiehandleiding.
Onvoldoende capaciteit van de voeding en fouten in de bedrading kunnen elektrische schokken en brand
tot gevolg hebben.
• Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat er op de
aansluitpunten of kabels geen druk wordt uitgeoefend.
Verkeerd aangesloten of bevestigde kabels kunnen abnormale warmteontwikkeling of brand veroorzaken.
• Wanneer de voedingskabel en de bekabeling tussen de binnen- en buitenunits verbonden worden, plaats
de kabels zodat het deksel van de controle eenheid stevig bevestigd kan worden.
Als het deksel van de controle eenheid niet correct bevestigd wordt, kan gevaar voor elektrische schokken,
brand of oververhitting van de aansluitingen ontstaan.
• Als er tijdens installatie koelmiddelgas ontsnapt dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden.
Als het koelmiddel tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
• Controleer na het voltooien van de installatie of er geen lekkage van koelmiddelgas is.
Er kunnen giftige gassen vrijkomen als koelmiddelgas weglekt en dit in contact komt met warmtebronnen,
zoals gasfornuizen, kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen.
• Schakel de unit uit alvorens elektrische onderdelen aan te raken.
• Raak koelmiddel dat is weggelekt uit koelmiddelleidingen of uit andere plaatsen niet aan, aangezien het
gevaar bestaat voor bevriezingsverschijnselen.
• De airconditioning moet geaard worden.
Aard de unit niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding
kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
Een plotselinge schok van inslaande bliksem of iets anders kan de airconditioner beschadigen.
• Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer volgens de aanwijzingen van deze installatiehandleiding afvoerleidingen om voor goede afvoer te
zorgen en isoleer leidingen om condensvorming te voorkomen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer kan waterlekkage binnenshuis en schade aan eigendom-
men tot gevolg hebben.
• Installeer de binnen- en buitenunits, de voedingskabel en de bedrading op tenminste 1 meter afstand van
televisietoestellen of radio's om beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen.
(Een afstand van 1 meter kan afhankelijk van de ontvangen signaalsterkte niet voldoende zijn om de stor-
ing te elimineren.)
• Het bereik van de (draadloze) afstandsbediening kan in kamers met TL-verlichting (vooral bij typen met
omzetter of snelstarter) korter zijn dan verwacht.
Installeer de binnenunit zover uit de buurt van TL-verlichting als mogelijk.
• Installeer de airconditioner niet in de volgende plaatsen:
1. Waar er een hoge concentratie is van minerale oliespray of stoom (zoals bijv. in een keuken).
Plastic onderdelen kunnen worden aangetast, onderdelen kunnen losraken en er kan waterlekkage ontstaan.
2. Waar bijtende gassen voorkomen, zoals zwavelzuurgas.
Aantasting van koperen leidingen of gesoldeerde verbindingen kan lekkage van koelvloeistof tot gevolg hebben.
3. In de buurt van machines die elektromagnetische straling opwekken.
Elektromagnetische straling kan de werking van het besturingssysteem beïnvloeden en storingen in de
unit veroorzaken.
2
Nederlands