[ VOORZORGSMAATREGELEN ]
Houd onderstaande richtlijnen aan bij het aansluiten van bedrading aan het aansluitingenblok van de voed-
ingsbedrading en het aansluitingenblok van de afstandsbediening.
Aantrekkoppel voor aansluitingenblokken
• Gebruik een passende schroevendraaier voor het aandraaien van de schroeven van de aansluitingen.
Als de schroevendraaier te smal is zult u de koppen van de schroeven beschadigen en de aansluitingen
niet strak genoeg aan kunnen draaien.
• Als de aansluitschroeven te strak worden aangedraaid kunnen de schroeven beschadigen.
• In de onderstaande tabel vindt u de aantrekmomenten voor de schroeven van de aansluitingen.
Aansluitingenblok voor afstandsbediening (6P)
Aansluitingenblok voor de voeding en aarding
(3P)
Wanneer deze niet beschikbaar zijn, onderstaande instructies volgen.
Sluit geen kabels met verschillende dikte aan op dezelfde aardaansluiting.
Sluit aan beide
zijden kabels van
dezelfde dikte aan.
Loszittende verbindingen kunnen tot onveilige situaties leiden.
Voorzorgsmaatregelen bij het aanleggen van de voedingsbedrading
Gebruik een aansluitoog voor het aansluiten op het voedingsaansluitingenblok. Volg onderstaande instructies
in het geval dit om onvermijdelijke redenen niet gebruikt kan worden.
Verwijder meer dan 40 mm van de isolatie van de voedingsbedrading. (Zie Afb. 20)
Monteer een isolatiemof
Ronde kabelschoen
Afb. 20
• Zie voor de afstandsbedieningsbedrading de "INSTALLATIEHANDLEIDING VAN DE AFSTANDSBEDIEN-
ING" die meegeleverd is met de afstandsbediening.
• Sluit de voedingskabel nooit aan op het aansluitingenblok voor de afstandsbediening. Door een
dergelijke vergissing kan het hele systeem beschadigd worden.
16
Draaddikte
M3,5
M4
Sluit geen kabels
van dezelfde dikte
op één zijde aan.
Draaimoment (N·m)
0,79 - 0,97
1,18 - 1,44
Sluit geen kabels
van verschillende
dikte aan.
Voedingsbedrading en aardkabel
Nederlands