Download Print deze pagina

Esu Mobile Control II Handleiding pagina 30

Advertenties

Wanneer u al de wijzigingen hebt bevestigd, druk op de knop "Fertig" (klaar). Om al de wijzigingen
op te slaan, druk op de knop "Zurück" (terug) rechts onderaan op het aanraakscherm. Wilt u geen
wijzigingen bewaren, druk op de menu-knop linksonder en selecteer "Änderungen verwerfen"
(veranderingen negeren).
11.4.1. Locomotiefnaam.
Kies een betekenisvolle locomotiefnaam. Dit maakt de selectie van een locomotief eenvoudiger.
11.4.2. Icoon.
Door op het locomotieficoon te drukken opent zich een lijst met de beschikbare locomotiefbeelden.
De Mobile Control laat u al de op de ECoS bestaande pictogrammen zien. Het symbool heeft geen
invloed op de rijeigenschappen, het dient slechts tot een snelle visuele differentiatie van uw
locomotieven. U hebt de keuze tussen interne (in de ECoS af fabriek ingebouwde beelden) en de
door gebruikers gedefinieerde beelden.
Afbeelding 14u.
In het menu (touchtoets links onder) kunt u bepalen of u alleen interne beelden of ook door
gebruikers gedefinieerde beelden wilt laten zien of slechts stoom-, diesel- en elektrische locomotief
beelden.
Op basis van het locomotieficoon herkent de centrale of het om een stoom-, diesel- of elektrische
locomotief gaat. Deze onderscheiding is zeer nuttig wanneer u naar een specifieke locomotief zoekt.
11.4.3. Dataformaat.
In deze keuzelijst selecteert u het dataformaat van deze bijzondere locomotief. Er wordt niet
gecontroleerd of de locomotief het protocol ook begrijpt. In geval van twijfel raadpleeg de
decoderhandleiding of de ECoS handleiding, hoofdstuk 11.2.3.1.
Bij een automatische via M4 of RailComPlus aangemelde locomotief kan het dataformaat niet
handmatig worden gewijzigd.
11.4.4. Adres.
Hier moet het actuele adres van de locomotief worden ingevoerd. Afhankelijk van het dataformaat
is het geaccepteerde adresbereik o.a. beperkt. Met dit adres wordt de locomotief eigenlijk op de
baan bestuurd.

Advertenties

loading