Inhoudsopgave
Advertenties
11. ONDERHOUD
Deze booglasapparatuur moet routinematig worden onderhouden volgens de aanbevelingen van de fabrikant. Alle
toegang en service aan deuren en afdekkingen moeten worden gesloten en correct worden vastgemaakt wanneer de
booglasapparatuur in bedrijf is. De booglasapparatuur mag op geen enkele manier worden gewijzigd, behalve die
wijzigingen en aanpassingen die in de instructies van de fabrikant worden behandeld. In het bijzonder moeten de
vonkbruggen van boogaanvallende en stabiliserende apparaten worden aangepast en onderhouden volgens de
aanbevelingen van de fabrikant. Controleer voordat u interne controle- of reparatiewerkzaamheden uitvoert of de
stroombron is losgekoppeld van de elektrische installatie door middel van vergrendelings- en beveiligingsapparaten.
Zorg voor en vermijd per ongeluk verbinding van de stekker met een stopcontact. Spanningen zijn hoog en gevaarlijk
binnen in de machine.
Snijden via een vast verbindingsapparaat moet omnipolair zijn (fase en neutraal). Het bevindt zich in de "UIT" -stand
en kan niet per ongeluk worden geactiveerd. Onderhoudswerkzaamheden aan elektrische installaties moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerde personen.
Controleer op goede isolatie en aansluitingen van elektrische apparaten en accessoires: stopcontacten en netsnoeren,
kabels, kanalen, connectoren, verlengsnoeren, stroombronhouders, aardklemmen en elektrodehouders.
Ondanks hun robuustheid, vereisen de generatoren een minimum aan regelmatig onderhoud.
Elke 6 maanden, of vaker indien nodig (bij intensief gebruik en/of in een zeer stoffige ruimte):
- Verwijder de kap en blaas het apparaat in droge lucht.
- Controleer de dichtheid van de elektrische aansluitingen.
- Controleer de verbindingen van de lagen en draden.
De onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan enveloppen en isolatiehulzen mogen geen vluchtige handelingen
zijn (afdeling VI, artikel 47 - decreet 88-1056 van 14/11/1998).
- Repareer of vervang defecte accessoires.
-
Controleer periodiek of de elektrische verbindingen zijn vastgedraaid en niet te warm worden.
11.1 OPLOSSINGEN BIJ PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAKEN
M / A-schakelaar in de UIT-stand
De voedingskabel doorsnijden
Geen stroom op het netwerk
AAN / UIT-schakelaar defect
Onvoldoende koellucht
Onvoldoende koellucht
Sterk vervuild apparaat
Ventilator draait niet
Polariteitsfout elektrode
Vuil op het lasdeel
CONTROLES / OPLOSSINGEN
DISPLAY UIT = GEEN STROOM
Verbinden met de AAN-positie
Controleer de staat van de kabel en stopcontacten
Controleer de stroomonderbreker en zekeringen
Vervang schakelaar
LED AAN VERWARMING AAN = OVERLOOP
Laat afkoelen; het apparaat zal automatisch opnieuw opstarten
Maak de ventilatieopeningen schoon om afkoeling toe te staan
Open de machine en blaas de binnenkant schoon
Controleer de ventilator
SLECHT UITERLIJK VAN HET LASBAD
Correctie van de polariteit van de elektrode volgens de
aanwijzingen van de fabrikant
Reinig en ontvet indien nodig de te lassen delen
160 / 200
15
Advertenties
Inhoudsopgave
