Inhoudsopgave
Advertenties
WERKEN MET DE FIJNDOSEERSET
Met de fijndoseerset worden twee van de drie doseerga-
ten afgesloten om giften met een lage uitstroom (in
kg/min), nauwkeurig en probleemloos te kunnen ver-
strooien. U kunt hierbij denken aan het verstrooien van:
– zaden of slakkenkorrels
– lage kunstmestgiften (minder dan 15 kg/min)
Montage fijndoseerset:
– Verwijder de roerder.
– Plaats de afdekplaat (2) met 'de oren' in de twee
voorste uitstroomopeningen (3).
– Plaats de opsluitring (4) over de roerderas en druk
deze geheel naar beneden.
– Plaats de slangklem (5) over de roerderas en
schroef deze goed vast.
Omdat nu maar één doseergat wordt gebruikt dient u
de dosering in te stellen voor een driemaal hogere gift
per hectare.
Dosering instellen voor de fijndoseerset:
– Bepaal voor de gewenste gift de uitstroom in kg/min
(A).
– Maak hiervoor gebruik van de rekenlineaal (1).
– Vermenigvuldig de uitstroom (in kg/min) met een
factor 3. Lees de bijbehorende doseerpositie (B) af
en stel deze in.
– Voer de afdraaiproef uit.(zie pag. 30)
Voorbeeld:
Te strooien
: NPK 25-25
Werkbreedte
: 9 m.
Gift
: 100 kg/ha
Rijsnelheid
: 6 km/h
Uitstroom
: 9 kg/min.
De uitstroom (A) is minder dan 15 kg/min, dus u
gebruikt de fijndoseerset.
– Monteer fijndoseerset (2)
– Stel dosering in voor 27 kg/min (3 x 9)
– Set doseerstaaf op stand 29 (B) en voer een
afdraaiproef uit.
– Corrigeer indien nodig de doseerstand.
39
Advertenties
Inhoudsopgave
