AUTOMATISCHE TERUGKEER NAAR HET LAADSTATION
De robot eindigt de werkcyclus wanneer het volgende gebeurt..
– Batterijen leeg: De robot keert automatisch terug naar het laadstation.
– Regen: Wanneer het regent, keert de robot automatisch terug naar het laadstation, en zal
weer in werking gesteld worden volgens de geprogrammeerde modaliteiten (raadpleeg
"Programmeringsmodaliteit").
– Gemaaid grasperk (enkel voor bepaalde modellen, raadpleeg "Technische gegevens"):
De sensor detecteert dat het grasperk gemaaid is, de robot keert automatisch terug naar het
laadstation en zal weer in werking gesteld worden volgens de geprogrammeerde modalitei-
ten (raadpleeg "Programmeringsmodaliteit").
– Einde werkperiode: Na de werkperiode keert de robot automatisch terug naar het laad-
station, en zal weer in werking gesteld worden volgens de geprogrammeerde modaliteiten
(raadpleeg "Programmeringsmodaliteit").
GEBRUIK VAN DE ROBOT IN GESLOTEN ZONES ZONDER LAADSTATION
De start van de robot in de modaliteit gesloten
ruimte moet uitgevoerd worden om gesloten
ruimtes te maaien, die afgebakend zijn met de
omtrekdraad en zonder laadstation.
Voorzichtig-Waarschuwing
Verplaats de robot met behulp van de daarvo-
or bestemde handgreep achteraan. Gebruik
beschermende handschoenen om eventueel
gevaar op snijwonden te vermijden.
Plaats de robot in het werkgebied op minstens 100 cm (39,37 inc.) afstand van de omtrekdra-
ad en eender welk obstakel.
min. 100 cm
(39,37 inc.)
41
NL
min. 100 cm
(39,37 inc.)
Handboek