7.
Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg
"Veilige stillegging van de robot").
8.
Regel de afstand tussen de spillen (A-B)
door de spil (A) te draaien.
Belangrijk
De gevoeligheid van de sensor verhoogt
bij het afnemen van de afstand tussen de
spillen. Er wordt aanbevolen om de spillen
niet te dicht bij elkaar te plaatsen.
Wanneer de sensor regen detecteert, voert
de robot zijn functies uit zoals ingesteld werd
in het programma (raadpleeg "Programme-
ringsmodaliteit").
REGELING VAN DE REGENSENSOR
29
spil (B)
excentrieke spil (A)
Handboek
NL