Samenvatting van Inhoud voor Lizard mower M Series
Pagina 2
Congratulazioni per aver acquistato questo Van harte gefeliciteerd met uw aankoop van dit prodotto, che potrà soddisfare le vostre esigenze ed product dat aan al uw eisen en verwachtingen zal voldoen. aspettative. Questo progetto nasce da ZUCCHETTI Dit project werd ontwikkeld door ZUCCHETTI CENTRO CENTRO SISTEMI S.p.A.
Pagina 3
IT: Dichiarazione di conformità / GB: Declaration of conformity / FR: Déclaration de conformité DE: Konformitätsbestätigung / ES: Declaración de conformidad / NL: Verklaring van overeenstemming DA: Overensstemmelseserklæring / FI: Vaatimustenmukaisuusvakuutus / SV: Konformitetsdeklaration ZUCCHETTI Centro Sistemi S.p.A. Via Lungarno 305/A Terranuova B.ni (AR) ITALY Dichiara sotto la propria responsabilità...
INHOUDSOPGAVE Algemene informatie ..................5 Technische informatie ................... 7 Informatie betreffende de veiligheid ............11 Installatie ...................... 15 Regelingen ....................28 Gebruik en werking ..................30 Gewoon onderhoud ..................47 Defecten, oorzaken en oplossingen ............49 Vervanging van de onderdelen ..............55 ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE Aanbevelingen voor de regelingen, 28 Aanbevelingen voor de vervanging van delen, 55...
Pagina 5
Navigatie, 32 Opties taal - programmeringsmodaliteit, 39 Planning voor de installatie van het systeem, 16 Regeling van de maaihoogte, 28 Regeling van de regensensor, 29 Reiniging van de robot, 48 Secundaire zones - programmeringsmodaliteit, 37 Start van de robot zonder omtrekdraad, 43 Tabel van de intervals van het geprogrammeerd onderhoud, 47 Technische gegevens, 9 Veilige stillegging van de robot, 40...
ALGEMENE INFORMATIE DOEL VAN DE HANDLEIDING • Deze handleiding, die deel uitmaakt van de apparatuur, werd gerealiseerd door de constructeur om de noodzakelijke informatie te verschaffen aan de personen die bevoegd zijn om met de apparatuur te werken tijdens de voorziene bedrijfsduur. •...
IDENTFICATIE VAN DE CONSTRUCTEUR EN DE APPARATUUR afgebeelde identifi catieplaat IDENTIFICATIEPLAAT rechtstreeks aangebracht op de apparatuur. Hierop worden de referenties en alle noodzakelijke aanduidingen betreffende de werkveiligheid vermeld. (A) Identificatie van A–Identifi catie van de constructeur de constructeur B–EG-conformiteitsmerk (B) EG-conformiteitsmerk C–Model / serienummer / bouwjaar (C) Model D–Technische gegevens...
TECHNISCHE INFORMATIE ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE APPARATUUR De apparatuur is een robot die ontworpen en RANDOM WERKING gebouwd werd voor het automatisch maaien van gras van de tuin, op eender welk uur van de dag. De robot is klein, compact, geruisloos en makkelijk vervoerbaar.
HOOFDZAKELIJKE MECHANIEK A-Batterijen van accu's: voeden de motoren van het mes en de inwerkingstelling van de wielen. De robot wordt geleverd met één of twee lithiumbatterijen die een langere bedrijfsduur garanderen. B-Laadstation: dient voor het opladen of het behouden van de lading van de batterijen (A). C-Elektronische kaart: controleert de automatische functies van de robot.
TECHNISCHE GEGEVENS Model Beschrijving 9L2BL 9L2DL 9L2EL 9L2LL Aanbevolen maximale oppervlakte die gemaaid kan worden Robot met één 1500 2600 m2 (sq ft) ithiumbatterij ( 16140 ) ( 27976 ) Robot met twee 3000 m2 (sq ft) lithiumbatterijen ( 32280 ) Kenmerken Afmetingen (B x A x P) 610x265x410...
Pagina 11
Batterijlader 29,3 Vcc - 4,0 Ah Minimum tijdsduur 3,5 uren – Automatsich en methode van opladen Gemiddelde werkingsduur Uren Stopveiligheid mes Kantelsensor standaard Sensor handgreep standaard Noodstopknop standaard Uitrusting en acessoires 100 (328 ft) 150 ( 492 ft ) Omtrekdraad m (ft) ø1,5mm ø1,5mm...
Nuttig voor het laden van de batterijen tijdens de winterperiode of in geval van een lange Kit laden batterijen inactiviteit Optional Verbetert de wegligging van de robot in geval van hellingen of gladde terreinen Wielklauw Optional Voor de eerste maaibeurten van het seizoen en voor grasperken waarvoor een groter maai- Mes met 8 maaikanten vermogen noodzakelijk is...
Pagina 13
het werkgebied geen personen (en vooral kinderen, bejaarden of gehandicapten) en dieren aanwezig zijn. Daarom wordt aanbevolen om de grasmaaier op gepaste tijdstippen te doen werken. • Ga nooit op de robot zitten. • Hef de robot niet op om het mes te inspecteren wanneer dit in werking is. •...
Pagina 14
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Bumpers In geval van botsingen met een vast voorwerp dat hoger is dan 10 cm (3.94 in.) wordt de sensor geactiveerd, wordt de voortbeweging van de robot in die richting geblokkeerd en keert de robot zich om zodat het obstakel wordt vermeden. Hellingmeter Wanneer de robot op een helling werkt die de technische specifi...
Pagina 15
Gevaar-Aandacht Het afvalmateriaal van elektrische en elektronische apparatuur kan gevaarlijke stoffen bevatten die potentieel schadelijke effecten voor het milieu en de gezondheid van de personen hebben. Er wordt aangeraden om de inzameling correct uit te voeren. VEILIGHEIDSSIGNALEN Aandacht! Reinig of was de robot niet met waterstralen. Lees de aanwijzingen voor het gebruik aandachtig door, en begrijp ze, voordat de robot gebruikt wordt.
INSTALLATIE VERPAKKING EN UITPAKKEN De apparatuur wordt gepast verpakt geleverd. Tijdens het uitpakken moet ze voorzichtig ver- wijderd worden en moet gecontroleerd worden of de onderdelen intact zijn. Op de verpakking wordt alle noodzakelijke informatie voor de verplaatsing aangeduid. Inhoud verpakking: A - Robot B - Stroomvoorzieningstoestel C - Stroomkabel...
PLANNING VAN DE INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM De installatie van de robot is niet moeilijk, maar moet vooraf gepland worden zodat de beste zone voor de installatie van het laadstation, de unit stroomvoorzieningstoestel-zender en de afbakening van het werkgebied van de robot zelf worden gevonden. INSTALLATIE VAN HET LAADSTATION EN DE UNIT STROOMVOORZIENINGSTOESTEL-ZENDER •...
Pagina 18
• Plaats de unit stroomvoorzieningstoestel- zender door de volgende regels te volgen: - In een verluchte zone, beschermd tegen weersinvloeden en rechtstreeks zonlicht. - Bij voorkeur in de woning, de garage of een stalling. - Als de unit buiten wordt geplaatst, moet hij beschermd worden in een geventileer- de doos, tegen rechtstreeks zonlicht en water.
Als de robot nabij een zone wordt geïnstalleerd waar een andere robot (dezelfde of van een andere producent) geïnstalleerd is, moet tijdens de fase van de installatie een wijziging aan de unit stroomvoorzieningstoestel-zen- der aangebracht worden zodat de frequenties van de robots elkaar niet storen. DEFINITIE TRAJECT OMTREKDRAAD Voordat de omtrekdraad wordt geïnstalleerd, moet het oppervlak van het grasperk gecontroleerd...
VOORBEREIDING EN AFBAKENING VAN DE WERKGEBIEDEN Voorbereiding van het gras dat gemaaid moet worden Controleer of het te maaien grasperk uniform is en geen kuilen, stenen of andere obstakels bevat. Zoniet moet dit probleem opgelost worden. Wanneer bepaalde obstakels niet verwijderd kunnen worden, moeten die zones gepast beschermd worden.
Pagina 21
Met het secundaire gebied wordt een deel van het grasperk aangeduid dat met een versmalling in verbinding staat met het hoofdzakelijke grasperk dat gewoonlijk moeilijk te bereiken is HOOFDZONE door de robot. Het gebied moet bereikbaar zijn zonder opstapjes en hoogteverschillen die zich minimum doorgang 70 cm / 27,56 inc van draad tot draad boven de toegestane kenmerken bevinden.
Pagina 22
Baken en teken de omtrek van de interne en de omtrekelementen van het werkgebied af die de correcte werking van de robot beletten. 30 cm. / 11,81 inc. Belangrijk De afbeelding toont een voorbeeld van de interne en en de omtrekelementen van het werkgebied 30 cm.
Baken lagere zones dan het grasperk af (zwembaden, trappen, belangrijke verhoogde zone baantje zwembad hoogteverschillen) (raadpleeg de fi guur). Belangrijk Respecteer nauwkeurig de afstanden om te vermijden dat de robot valt en dus omtrekdraad stukgaat en/of ernstig beschadigd wordt. In geval van hellingen of gladde terreinen moet de afstand vergroot worden met minstens 30 cm.
Pagina 24
Draad op het terrein geplaatst nagels voor de bevestiging Plaats de draad in wijzerszin langs het van de draad volledige traject en bevestig hem met de daarvoor bestemde en bijgeleverde nagels (afstand tussen de nagels 100÷200 cm (39,37÷78,74 inc.)). – Tijdens de plaatsing van de omtrekdraad moet de rotatiezin rond de bloemperken (tegenwijzerszin) gerespecteerd worden.
Belangrijk Max 1 cm In delen van het traject waar twee draden (0,40 inc.) HOOFDZONE parallel moeten passeren (bijvoorbeeld: doorgang verbinding tussen externe omtrek en < 70 cm (27,56 inc.) afgebakende interne zones), moeten ze 35 cm (13,78 inc.) zich op een afstand van maximum 1 cm. (0,40 inc.) bevinden.
Op de afbeelding wordt nuttig advies gegeven om de voorziening voor de snelle terugkeer correct te installeren. ZWEMBAD min. 200 cm. min. 150 cm. (78,74 inc.) (59,05 inc.) INSTALLATIE VAN HET LAADSTATION EN DE UNIT STROOMVOORZIENINGSTOESTEL-ZENDER Bepaal de zone voor de installatie zender van het laadstation en van de unit stroomvoorzieningstoestel...
Pagina 27
Plaats de basis in de vooraf bepaalde zone. Plaats de omtrekdraad (M) onder de basis. zwarte klem rode klem omtrekdraad (M) Sluit de twee uiteinden van de draad aan op de klemmen van de rode klem basis. zwarte klem Bevestig de basis (N) op het terrein met behulp van de nagels (P).
8. Monteer de bescherming (L). 9. Sluit de stroomkabel (E) van het laadstation (F) aan op de zender (B). 10. Plaats de schakelaar (C) van het stroomvoorzieningstoestel op OFF. 11. Stop de stekker van het stro- bescherming omvoorzieningstoestel (A) in het stopcontact.
REGELINGEN AANBEVELINGEN VOOR DE REGELINGEN Belangrijk De gebruiker moet de regelingen uitvoeren volgens de procedures die beschreven worden in de handleiding. Voer geen enkele regeling uit die niet uitdrukkelijk aangeduid wordt in de handleiding. Eventuele buitengewone regelingen die niet uitdrukkelijk aangeduid worden in de handleiding mogen enkel door het personeel van de door de constructeur erkende assistentiecentra uitgevoerd worden.
REGELING VAN DE REGENSENSOR Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg “Veilige stillegging van de robot”). spil (B) excentrieke spil (A) Regel de afstand tussen de spillen (A-B) door de spil (A) te draaien. Belangrijk De gevoeligheid van de sensor verhoogt bij het afnemen van de afstand tussen de spillen.
GEBRUIK EN WERKING AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK Belangrijk – Bij het eerste gebruik van de robot wordt aangeraden om de volledige handleiding door te lezen en om te controleren of alles werd begrepen, en vooral de informatie in verband met de veiligheid. - Voer enkel het voorziene gebruik uit dat aangeduid wordt door de constructeur, en knoei niet aan de mechanismen om andere prestaties te verkrijgen dan diegene die aangeduid worden.
HET BEREIKEN VAN DE MENU'S De functies van de robot kunnen geprogrammeerd worden met behulp van de verschillende functies van elk menu. De tabel bevat de lijst van beschikbare menu’s met de relatieve functies. Handel als volgt om een programmering uit te voeren. Druk op de toets “ON”...
NAVIGATIE In het menu van de gebruiker voor de programmering moeten de aanwijzingen voor de navigatie gevolgd worden: - “+” en “-“ (H) en (F). Om de trefwoorden in het menu op cyclische wijze te overlopen of om de waarde van de functies op het display te wijzigen. - “Enter”...
Pagina 34
Secundaire zones Bepaalt de confi guratie van de eventuele sec. zone 1 Sec. zone 1 duidt de afmetingen van de zone, de afstand en de richting om ze te Percentage bereiken aan Bepaalt de confi guratie van de Afstand Sec. zone 2 eventuele sec.
“INSTELLINGEN” - PROGRAMMERINGSMODALITEIT ALARM: functie voor het activeren of desactiveren van het antidiefstalsysteem. Tijdens de fase van de desactivering wordt het password van de robot gevraagd ALARM: (fabrieksinstelling 0000). • Desactivering: dient voor desactiveren uitschakelen van het alarm als het geactiveerd is. Een continu en afnemend geluidssignaal meldt dat de desactivering werd uitgevoerd.
AFST.BED.: (enkel voor bepaalde versies, raadpleeg “Technische gegevens”) functie voor het herprogrammeren van de afstandsbediening. De afstandsbediening kan van AFST.BED. twee verschillende types zijn: Bluetooth of Radio. In geval Druk LI en RE van de afstandsbediening met bluetooth wordt enkel de ontvanger van de afstandsbediening geleverd.
Pagina 37
UURREGELING 1: Functie voor de instelling van de eerste werkperiode van de robot tijdens de dag. De cursor wordt automatisch in de zone onder de eerste tijdsperiode UURREGELING 1 geplaatst (bijvoorbeeld van 10:00 tot 13:00). Stel het 00 : 00 : 00 : 00 begin- en eindtijdstip van de werking in.
“SECUNDAIRE ZONES” - PROGRAMMERINGSMODALITEIT Als de te maaien zone secundaire zones bevat op basis van de defi nities die aangeduid worden in het hoofdstuk "Voorbereiding en afbakening van de werkgebieden" op pag.19 moeten de secundaire zones geprogrammeerd worden om de instelling van de robot in te voeren voor het bereiken van deze zones en met welke frequentie.
VEILIGHEID - PROGRAMMERINGSMODALITEIT WIJZIGING PASSWORD: functie voor de instelling of de wijziging van het password. - Nee: Om het eerder ingestelde password niet te wijzigen. - Ja: Om het password in te voeren of te wijzigen dat gebruikt zal worden om de robot in te schakelen en het alarm te desactiveren.
GEBRUIKSWIJZE - PROGRAMMERINGSMODALITEIT Functie voor het instellen van de werkingsmodaliteit van de robot. Wanneer de robot wordt uitgeschakeld, wordt automatisch teruggekeerd naar de modaliteit "AUTOMATISCH" • Automatisch: Normale werkingsmodaliteit. De robot herkent de omtrekdraad en keert indien noodzakelijk terug naar het laadstation. •...
INDIENSTSTELLING - AUTOMATISCHE MODALITEIT De start van de automatische cyclus wordt uitgevoerd bij de eerste inwerkingstelling of TOETS “START/PAUSE” (B) TOETS “ON” (A) na een periode van inactiviteit. Controleer of het gras dat gemaaid moet worden een hoogte heeft die compatibel is voor de correcte werking van de robot (raadpleeg de technische kenmerken).
AUTOMATISCHE TERUGKEER NAAR HET LAADSTATION De robot eindigt de werkcyclus wanneer het volgende gebeurt.. – Batterijen leeg: De robot keert automatisch terug naar het laadstation. – Regen: Wanneer het regent, keert de robot automatisch terug naar het laadstation, en zal weer in werking gesteld worden volgens de geprogrammeerde modaliteiten (raadpleeg “Programmeringsmodaliteit”).
Pagina 43
Druk op de toets ON (A). Voer het password in (indien gevraagd) (raadpleeg PAUSE “Invoer password”). Op het display verschijnt de functie “PAUSE”. Bereik de programmeringsmodaliteit tot het menu "GEBRUIKSWIJZE" wordt geselecteerd. Selecteer "GESLOTEN ZONE". display verschijnt GESLOTEN ZONE "GESLOTEN ZONE - 60 Min" (standaard waarde). 60 Min Druk op een van de toetsen "+", "-"...
START VAN DE ROBOT ZONDER OMTREKDRAAD Deze modaliteit kan ingesteld worden met de afstandsbediening om compleet afgebakende zones te maaien, of bijvoorbeeld om kleine zones te maaien die niet konden afgebakend wor- den of om een praktische demonstratie van de werking van de robot te geven. Belangrijk Wanneer de robot zonder omtrekdraad wordt gebruikt, wordt aanbevolen om zodanig te handelen dat hij niet botst tegen obstakels, hoeken of voorwerpen...
INVOER PASSWORD De robot kan beschermd worden met een password dat bestaat uit vier cijfers, die de gebrui- ker kan activeren, desactiveren en aanpassen (raadpleeg Programmeringsmodaliteit). Op het display verschijnt het bericht: PASSWORD 0 0 0 0 Druk op een van de toetsen "+", "-" om het eerste cijfer in te stellen.
LANGE PERIODE VAN INACTIVITEIT EN INDIENSTSTELLING In geval de robot lang niet gebruikt wordt, mo- eten enkele handelingen uitgevoerd worden knop (B) Stroomvoorzieningstoestel (A) zodat de correcte werking wordt gegarande- erd wanneer hij weer zal gebruikt worden. Reinig de robot en het laadstation zorgvuldig (raadpleeg “Reiniging van de robot”).
HET OPLADEN VAN DE BATTERIJEN VOOR EEN LANGE INACTIVITEIT Voer het opladen van de lithiumbatterijen minstens elke 5 TOETS “START/PAUSE” (B) maanden uit. TOETS “ON” (A) Gevaar-Aandacht De robot mag absoluut niet opgeladen worden in ex- TOETS “OFF/STOP” (C) plosieve of ontvlambare omgevingen. Schakel de stroom naar de laadbasis in en controleer of de platen schoon zijn.
GEWOON ONDERHOUD AANBEVELINGEN VOOR HET ONDERHOUD Belangrijk Gebruik tijdens de onderhoudshandelingen de persoonlijke beschermingen die aan- geduid worden door de constructeur, en vooral wanneer op het mes gehandeld wordt. Voordat de onderhoudshandelingen worden uitgevoerd, moet gecontroleerd worden of de robot veilig stilgelegd werd (raadpleeg “Veilige stillegging van de robot”). TABEL VAN DE INTERVALS VAN HET GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Frequentie Onderdeel...
REINIGING VAN DE ROBOT Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg “Veilige stillegging van de robot”) Voorzichtig-Waarschuwing Gebruik beschermende handschoenen om eventueel gevaar op snijwonden te vermijden. Reinig alle externe oppervlakken van de robot met een spons die ondergedompeld werd in water en neutrale zeep.
HET OPZOEKEN VAN DEFECTEN DEFECTEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN De volgende informatie heeft als doel eventuele onregelmatigheden en problemen te helpen zo- eken die zich tijdens de fase van het gebruik zouden kunnen voordoen. Bepaalde defecten kun- nen opgelost worden door de gebruiker; voor andere is een precieze technische deskundigheid of een bepaalde bekwaamheid noodzakelijk die uitsluitend door gekwalifi...
Pagina 51
Probleem Oorzaken Oplossingen De robot heeft een Plaats de omtrekdraad correct (in tegenwi- Omtrekdraad fout abnormaal gedrag jzerszin) (raadpleeg “Installatie van de geplaatst rondom bloemperken omtrekdraad”) Stel de klok van de robot weer in Klok fout ingesteld (raadpleeg Programmeringsmodaliteit). De robot werkt op verkeerde tijdstippen Werkperiode fout Stel de werkperiode weer in...
Probleem Oorzaken Oplossingen Secundaire zone niet Foute programme- Programmeer de secundaire zone correct compleet gemaaid ring (raadpleeg Programmeringsmodaliteit). IDe omtrekdraad is Controleer de functionaliteit van de stroomtoevo- niet correct aange- Op het display er, de correcte aansluiting van de unit stroomvo- sloten (kabel kapot, verschijnt “Geen orzieningstoestel-zender en die van het laadsta-...
Pagina 53
Onderbreking van de stroomtoevoer naar Start de robot weer de zender Pas geschikte maatregelen toe om de tem- peratuur van het stroomvoorzieningstoestel Stroomvoorzie- te beperken (verluchten of andere installatie- ningstoestel over- plaats kiezen, enz.) verhit (raadpleeg “Planning van de installatie van Op het display ver- het systeem”) schijnt “Blackout”...
Probleem Oorzaken Oplossingen De ontvanger van Schakel de apparatuur uit en weer aan. Con- Op het display ver- de robot herkent het tacteer de assistentiedienst als het probleem schijnt “Sync Error”. signaal niet aanhoudt. Vervang het maaimes met een nieuw (raa- Maaimes beschadigd dpleeg Vervanging van het mes) Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg...
Pagina 55
Probleem Oorzaken Oplossingen Sensor aanwezigheid Demonteer de kap, en controleer Op het display verschijnt bescherming niet of ze correct in de voorste ope- “Veiligh. besch” goed geplaatst ning geplaatst is Schakel de robot uit en weer aan. Intern systeem voor Als het probleem aanhoudt, Op het display verschijnt de veiligheid van de...
VERVANGING VAN DE ONDERDELEN AANBEVELINGEN VOOR DE VERVANGING VAN DELEN Belangrijk Voer de handelingen van de vervanging en de herstelling uit door de aanwijzingen van de constructeur te respecteren, of contacteer de assistentiedienst als deze handelingen niet aangeduid worden in deze handleiding. VERVANGING VAN DE BATTERIJEN Belangrijk Vervang de batterijen bij een erkend assistentiecentrum.
VERVANGING VAN DE BATTERIJEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Leg de robot in alle veiligheid stil (raadpleeg “Veilige stillegging van de robot”). Demonteer de bedekking (A). Verwijder de batterij (B) en vervang ze met een andere met hetzelfde voltage bedekking (A) Belangrijk Respecteer de polariteiten (+ en -) wanneer de nieuwe batterij wordt gemonteerd.