Zijbedieningspaneel
(1) LED-lampjes (P36)
De status van de projector wordt aangegeven door de LED-lampjes (uit /
brandt / knippert).
Raadpleeg "Combinatie van LED-lampjes" (P36) voor de lampstatus.
POWER ON
STAND BY
WARNING
LAMP
TEMP
(7)
(2) POWER-knop (P40, P64)
Schakelt de projector in of uit.
(3) MENU-knop (P76)
Laat een menu zien op het scherm.
(4) LENS-knop
Bij elke druk op de knop verandert
het scherm naar scherpstelling
(P46), zoom (beeldformaat) (P47)
-afstelling, of lensverschuiving
(beeldpositie) -afstelling (P48).
Gebruik voor afstelling de [ ] / [ ]
of de [ ] / [ ]-knoppen.
Groen
Brandt of knippert onder normale omstandigheden.
Rood
Brandt of knippert tijdens standby of wanneer de
projector wordt uitgeschakeld.
Rood
Brandt of knippert wanneer er zich een fout voordoet.
Oranje
Knippert wanneer het tijd wordt de lamp te vernieuwen.
Wanneer er zich een storing voordoet met het lampdeksel,
zal het [WARNING]-lampje ook knipperen. Wanneer er zich
een storing voordoet met de lamp zal dit lampje tegelijk
met het [WARNING]-lampje gaan branden.
Rood
Wanneer de temperatuur in de projector hoog is, zal dit
lampje gaan knipperen. Als de temperatuur in de
projector verder toeneemt en er zich een storing door
temperatuur voordoet, zal dit lampje tegelijk met het
[WARNING]-lampje gaan branden.
(1)
(6)
(5)
(4)
35
Benaming van de onderdelen
(2)
(3)
(5) INPUT-knop (P42)
Schakelt over op een ander
ingangssignaal.
(6) Pijl / VOL-knoppen (P77)
Stelt het geluidsvolume in.
[ ] / VOL +-knoppen:
Verhoogt het volume.
[ ] / VOL –-knoppen:
Verlaagt het volume.
Selecteert het bovenste, onderste,
linker of rechter item in het menu.
(7) OK-knop (P77)
Bevestigt het item dat uit het menu
geselecteerd is.