Problemen oplossen
■ De afstandsbediening werkt niet
Oorzaak
De batterijen zijn niet goed
geïnstalleerd of zijn leeg.
U bedient de
afstandsbediening buiten
het bruikbare bereik van de
afstandsbediening.
Er bevindt zich een
obstakel tussen de
projector en de
afstandsbediening.
U gebruikt de
afstandsbediening onder
verkeerde
omstandigheden.
De kanaalinstelling van de
afstandsbediening komt
niet overeen met de
instelling van de projector.
De
toetsvergrendelingsfunctie
verhindert de werking van
de afstandsbediening.
Controleer of de batterijen goed geïnstalleerd zijn.
Als de batterijen goed zijn geïnstalleerd, vervang ze
dan door nieuwe batterijen. (P29)
Controleer of u de afstandsbediening gebruikt binnen
het werkingsbereik van de afstandsbediening ten
opzichte van het hoofdapparaat van de projector.
(P30)
Verwijder het obstakel tussen de infraroodontvanger
van het hoofdapparaat van de projector en de
afstandsbediening, of richt de afstandsbediening
zodanig dat er geen obstakels tussen
afstandsbediening en hoofdapparaat van de
projector zijn.
Controleer of de infraroodontvanger van het
hoofdapparaat van de projector is blootgesteld aan
direct zonlicht, sterk licht of verlichtingsapparatuur.
(P30)
Controleer of de kanaalinstelling van de
afstandsbediening is veranderd. U kunt de instelling
[Kanaal afstandsbediening] controleren in het menu
[Systeeminstelling]. (P108)
Controleer of de [Toetsvergrendeling] is ingeschakeld
om de bediening van de afstandsbediening uit te
schakelen.
Zet in het menu [Systeeminstelling]
[Toetsvergrendeling] op [Uit]. (P107)
216
Maatregel