BRANDSTOF
OPMERKING
Afhankelijk van de regio waar u uw machine gebruikt, kunnen
brandstofsamenstellingen snel verslechteren en oxideren. Veroudering en oxidatie
van brandstof kan binnen een periode van slechts 30 dagen optreden en kan
beschadiging van de carburateur en/of het brandstofsysteem veroorzaken. Neem
contact op met uw onderhoudsdealer voor plaatselijke aanbevelingen voor opslag.
Benzine is tijdens opslag onderhevig aan oxidatie en veroudering.
Verouderde benzine veroorzaakt moeilijk starten en zorgt voor een
gomafzetting die tot verstopping kan leiden in de kleine doorgangen in
het brandstofsysteem. Als de benzine in uw maaier tijdens opslag
veroudert, moeten de carburateur en andere onderdelen van het
brandstofsysteem mogelijk worden gereinigd of worden vervangen.
Hoe lang benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven zonder
functionele problemen te veroorzaken, hangt af van factoren zoals het
benzinemengsel, de lokale opslagtemperaturen, en of de brandstoftank
gedeeltelijk of volledig is gevuld. Lucht in een gedeeltelijk gevulde
brandstoftank versnelt brandstofveroudering. Zeer hoge
opslagtemperaturen versnellen brandstofveroudering.
Brandstofverouderingsproblemen kunnen binnen een paar maanden
optreden, of zelfs eerder als de benzine niet vers was toen de
brandstoftank werd gevuld.
Als u een benzine in een opslagtank bewaart om bij te vullen, zorg er dan
voor dat deze alleen verse benzine bevat.
Als het langer dan 3 maanden duurt voordat u de brandstof in uw
opslagtank gebruikt, raden wij u aan een brandstofstabilisator aan de
brandstof toe te voegen wanneer u de opslagtank vult.
Opslag voor een korte termijn (30-90 dagen)
Als uw grasmaaier 30 tot 90 dagen niet wordt gebruikt, raden wij u het
volgende aan om brandstofgerelateerde problemen te voorkomen:
1. Voeg brandstofstabilisator toe volgens de instructies van de fabrikant.
Wanneer u een brandstofstabilisator toevoegt, vul de brandstoftank
dan met verse benzine. Indien de tank slechts gedeeltelijk is gevuld, zal
lucht in de tank brandstofveroudering tijdens de opslag bevorderen.
Opmerking:
– Alle stabilisatoren hebben een houdbaarheidsdatum en hun
prestaties zullen na verloop van tijd afnemen.
– Brandstofstabilisatoren maken verouderde brandstof niet weer bruikbaar.
2. Na toevoeging van een brandstofstabilisator laat u de motor 10
minuten buiten draaien om er zeker van te zijn dat de behandelde
benzine de onbehandelde benzine in de carburateur heeft vervangen.
3. Stop de motor en draai de benzinekraan in de stand OFF.
4. Start de motor en laat hem draaien tot hij stopt door een tekort aan
brandstof in de vlotterkamer van de carburateur. De gebruiksduur
moet minder dan 3 minuten zijn.
Langdurige of seizoensgebonden opslag (meer dan 90 dagen)
Start de motor en laat hem lang genoeg draaien om alle benzine uit het
hele brandstofsysteem (inclusief de brandstoftank) te verwijderen. Laat
geen benzine langer dan 90 dagen in de motor zitten.
De GARANTIE dekt geen schade aan het brandstofsysteem of problemen
met de motorprestaties die het gevolg zijn van een verwaarloosde
voorbereiding op de opslag.
MOTOROLIE
Ververs de motorolie (page 12).
MOTORCILINDER
Als de maaier langer dan 3 maanden
moet worden opgeslagen, verwijder
dan de bougie (page 12). Giet 5 tot 10
3
cm
schone motorolie in de cilinder [1].
Trek een paar keer aan de handgreep
van de starter om de olie in de cilinder te
verdelen. Monteer de bougie weer.
Trek rustig aan de handgreep van de starter tot u weerstand voelt, laat dan
de handgreep van de starter voorzichtig terugkeren. Hierdoor worden de
kleppen gesloten, zodat er geen vocht in de motorcilinder kan komen.
16 NL
IN OPSLAG PLAATSEN
Aangezien uw maaier zal worden opgeslagen met benzine in de
brandstoftank en de carburateur, is het belangrijk het gevaar van
ontsteking door benzinedamp te verminderen. Kies een goed
geventileerde opslagplaats uit de buurt van apparaten die met een vlam
werken, zoals een oven, een warmwaterboiler of een wasdroger. Vermijd
ook elk gebied met een elektrische motor die vonken produceert, of waar
elektrisch gereedschap wordt bediend.
Vermijd indien mogelijk opslagplaatsen met een hoge vochtigheidsgraad,
want dat bevordert roest en corrosie.
Plaats de maaier met zijn wielen op een horizontaal oppervlak. Het
kantelen van het toestel kan brandstof- of olielekkage veroorzaken. De
duwboom kan worden ingeklapt om de machine compact op te bergen,
zoals hieronder getoond.
Als de motor en het uitlaatsysteem afgekoeld zijn, moet u de maaier
afdekken om stof buiten te houden. Een hete motor en uitlaatsysteem
kunnen ontbranden of sommige materialen doen smelten. Gebruik geen
plastic zeil als stofhoes. Een niet-poreuze afdekking houdt vocht rond de
maaier vast, wat roest en corrosie in de hand werkt.
UIT DE OPSLAG HALEN
Controleer uw maaier zoals beschreven in VOORBEREIDINGEN EN
CONTROLES VOOR GEBRUIK (page 4).
Als de cilinder tijdens de voorbereiding op de opslag met olie is
besmeurd, zal de motor bij het starten kort roken. Dit is normaal.
TRANSPORT
VOOR HET LADEN
Als de motor heeft gedraaid, laat hem dan ten
minste 15 minuten afkoelen voordat u de maaier op het transportvoertuig
laadt. Een hete motor en uitlaatsysteem kunnen u verbranden en
sommige materialen kunnen ontbranden.
Draai de benzinekraan in de stand OFF (page 9). Dit voorkomt dat de
carburateur verzuipt en verkleint de kans op brandstoflekkage.
INVOUWEN VAN DUWBOOM
1. Verwijder de grasvanger. U kunt hem bovenop de motor leggen, met
de opening van de zak naar voren.
2. Ondersteun de duwboom en houd hem vast.
3. Ontgrendel de verstelknoppen
duwboom naar voren
OPMERKING
Zorg ervoor dat de bedieningskabels
raken wanneer u de duwboom in de opbergstand omlaag klapt. De kabels
of het motorbesturingssysteem kunnen worden raken, waardoor de
grasmaaier niet meer goed werkt.
[1]
OLIE
van de duwboom en klap de
in de opbergstand.
niet beklemd, gekneld of geknikt
C11
C18
VEILIGHEID