Drukontlastingsprocedure
1. Schakel de zuigerbeveiliging in,
pagina 13.
A
. 15
FB
VOORZICHTIG
Luchttoevoer is nodig om het pistool te
laten werken. Koppel de luchttoevoer van
het pistool niet af alvorens de vloeistofdruk
is gezakt.
2. Sluit de vloeistofventielen A en B.
Laat het luchtventiel (W) open.
A
. 16
FB
313706W
3. Ontgrendel de zuigerbeveiliging,
A
4. Haal de trekker over op karton of in een
TI11326a
A
5. Schakel de zuigerbeveiliging in, pagina 13.
W
A
TI11327a
zie pagina 13.
. 17
FB
afvalbak om de druk te doen afnemen.
. 18
FB
Vloeistof in de slang en doseerpomp staan nog
onder druk. Volg de Drukontlastingsprocedure
in de handleiding van de doseerpomp.
Om na het verwijderen van het pistool de druk
in het slangspruitstuk te verlagen, plaatst u het
vloeistofverdeelstuk boven containers, van u af
gericht. Zorg ervoor dat de vloeistofventielen
gesloten zijn. Open de terugslagkleppen van
het vloeistofspruitstuk zeer traag 2 tot 2-1/2
slag. De vloeistof spuit onder hoge druk aan
de zijkanten van de vloeistofpoorten weg.
Drukontlastingsprocedure
TI12240a
TI11336a
TI11337a
17