Instellen
1. Sluit de vloeistofventielen A en B.
A
. 6
FB
2. Sluit de vloeistofslangen A (ISO) en B
(HARS) aan op het vloeistofspruitstuk.
A
. 7
FB
3. Blaas lucht door de vloeistofleidingen,
gebruik hiervoor enkel de druk van de
voedingspomp (minder dan 500 psi
(3,5 MPa, 35 bar)).
a. Zorg ervoor dat de vloeistofventielen
gesloten zijn. Open de
terugslagkleppen van het
vloeistofspruitstuk 2 tot 2-1/2 slag.
b. Open de vloeistofventielen en wacht
tot alle lucht uit de vloeistofslangen is.
313706W
c. Sluit de vloeistofventielen en draai
de terugslagventielen van het
vloeistofverdeelstuk opnieuw vast.
TI11328a
A
. 8
FB
4. Schakel de zuigerbeveiliging in,
pagina 13.
5. Plaats een ClearShot Liquid-patroon.
Zie Installatie/verwijdering ClearShot
Liquid-patroon, pagina 22.
TI11329a
6. Sluit het luchtventiel (W) van de
flexibele luchtslang van het pistool (V)
aan op de hoofdluchtslang. Monteer het
vloeistofspruitstuk (M) handmatig op het
pistool en draai de bout vast.
7. Sluit de luchtleiding aan op de
snelkoppeling (D). Draai de luchttoevoer
open. Draai het luchtventiel open (W). Er
moet lucht uit de spuitmond (N) stromen.
N
M
A
. 9
FB
8. Breng een laag smeermiddel aan
op de voorkap van het pistool en de
voorkaphouder of gebruik de pistoolkap
om spuitresten te vermijden en het
demonteren te vergemakkelijken.
Instellen
TI11337a
V
W
D
TI11331a
15