3
Opbouw en werking
Beschrijving van het apparaat
Het apparaat is bijzonder geschikt voor een flexibel
gebruik, maar kan eveneens stationair opgesteld.
De lokale airconditioning beschikt over een binnen-
unit die bedoeld is voor vloeropstelling binnenshuis
en een buitenunit die bedoeld is voor wand- of
grondmontage buitenshuis. In de bedrijfsmodus
"koelen" wordt het door de compressor gegene-
reerde vermogen exact aangepast aan de vraag
en wordt de insteltemperatuur met minimale tem-
peratuurschommelingen geregeld. Door deze
"inverter-techniek" wordt, ten opzichte van conven-
tionele splitsystemen, energie bespaard en wordt
het geproduceerde geluidsniveau teruggebracht tot
een zeer beperkte waarde. Door middel van de
zeer flexibele verbindingsleiding wordt de warmte
afgevoerd naar de buitenunit. Het buitenunit geeft
de opgenomen energie door middel van een bijko-
mende warmtewisselaar (condensator) af aan de
omgevingslucht. De tijdens het koelbedrijf gepro-
duceerde condens wordt met behulp van een in de
binnenunit voorziene condenspomp afgevoerd
naar de buitenunit en verdampt daar op de warm-
tewisselaar. Het apparaat filtert en ontvochtigt de
lucht en creëert op deze wijze een aangenaam
binnenklimaat. Het apparaat werkt volledig auto-
matisch en biedt dankzij de microprocessorrege-
ling een breed scala aan bijkomende opties. De
bediening van het apparaat is eenvoudig uit te
voeren met behulp van de meegeleverde infra-
rood-afstandsbediening.
a
b
2
1
6
A
Afb. 1: Vooraanzicht
A: Binnenunit / B: Buitenunit
a: Luchtinlaat / b: Luchtuitlaat
1: Greep
2: Infrarood-ontvanger
3: Luchtgeleidingslamellen
4: Bedieningspaneel
5: Draaggreep
6: Transportrollen
7: Verbindingsleiding
8: Condensatorventilator (achterzijde)
1
2
3
Afb. 2: Achteraanzicht (binnenunit)
a: Luchtinlaat
1: Verbindingsleiding
2: Ophanging voor de buitenunit
3: Afdekking
4: Luchtfilter
5: Condensafvoer
6: Snoer netaansluiting met stekker
3
4
a
5
b
7
8
B
4
2
a
5
6
9