Normale inspectie
- Het onderhoud en de inspectie worden normaal gesproken beschouwd als de zorg en plicht van de gebruiker,
maar wanneer de gebruiker om enige reden niet in staat is deze taken uit te voeren, kunnen ze worden uitge-
voerd door bevoegde onderhoudsmedewerkers. Neem contact op met uw lokale dealer of met een J. MORITA
OFFICE voor details.
- Deze unit moet iedere 6 maanden worden gecontroleerd op alle punten op de volgende lijst.
- Aan het begin en einde van elke werkdag moet worden gecontroleerd of de apparatuur zonder problemen aan-
en uitgezet kan worden door de hoofdschakelaar AAN en UIT te zetten.
- De inspectiepunten die zijn gemarkeerd met *, mogen alleen worden uitgevoerd door het servicepersoneel voor
verdere preventieve controles en preventief onderhoud gedurende de levensduur van het apparaat.
* Neem contact op met uw lokale dealer of een J. MORITA OFFICE voor reparaties of andere diensten.
Lijst voor normale inspectie
Stroomvoorziening en fysieke stabiliteit
1. Spanning stroomvoorziening
* Gebruik een digitale of analoge tester om het spanningsniveau van de unit te meten. Het resultaat moet een
nominale spanning van ±10% zijn.
2. Aardverbinding
Controleer de aardverbinding om er zeker van te zijn dat deze stevig en juist is aangesloten.
3. Borgbouten voor vloer en basis
Controleer de borgbouten voor de vloer en basis. Controleer of de vloer waterpas is en of de borgbouten niet
los zijn gaan zitten.
4. Aandraaispanning bouten en schroeven
Controleer alle bouten en schroeven van de unit. Zorg ervoor dat alle bouten op hun plek zitten en stevig zijn
aangedraaid.
5. Elektrisch circuit
Zorg ervoor dat alle bedrading en verbindingen intact zijn.
* De bedrading in de behuizing mag alleen worden geïnspecteerd door het gekwalificeerde servicepersoneel.
6. Olielek
Controleer op een olielek vanaf de buitenkant van de behuizing, indien de isolatieolie de buiskopeenheid in de
röntgenkop heeft gevuld.
* Een olielekcontrole van de buiskopeenheid in de behuizing mag alleen worden uitgevoerd door het gekwali-
ficeerde servicepersoneel.
Panorama-opnames
1. Röntgenopname
Maak een röntgenopname van een standaard teststuk en vergelijk de dichtheid van dit beeld met die van een
standaard beeld.
2. Röntgensleuf
Zorg ervoor dat de röntgenstraal door de sleuf van de digitale cassette gaat.
3. Armrotatie
Houd de opnameknop ingedrukt en roteer de arm. Controleer of deze geen ongewone geluiden maakt of weg-
glijd en dat deze op het gespecificeerde punt stopt. Herhaal dit driemaal.
4. Noodstop arm
Controleer of de arm stopt als de opnameknop wordt losgelaten.
Gebruiksaanwijzing 2019-07-22
27