Gebruiksaanwijzing 2019-07-22
8. Druk op de toets Ready (Gereed). De arm beweegt naar de startpo-
sitie. De groene led licht op om aan te geven dat de unit gereed is
voor het maken van een opname.
Zorg ervoor dat de röntgenarm de schouder van de patiënt niet
raakt nadat de toets Ready (Gereed) wordt ingedrukt en de arm
gaat bewegen.
9. Controleer of het groene lampje Ready (Gereed) op het controle-
kastje is opgelicht (niet knippert).
Pak de handschakelaar op en houd de opnameknop ingedrukt.
Het gele lampje Emission (Opname) op het controlekastje licht
tijdens de opname op en er klinkt een geluidssignaal.
• Verlaat de röntgenruimte om de opnameknop ingedrukt te
houden.
• Laat in geval van nood de opnameknop los om de arm en rönt-
genstraling te stoppen of druk op de noodstopschakelaar.
• Leg aan de patiënt uit dat hij niet mag bewegen tijdens de
röntgenopname en terwijl het geluidssignaal klinkt. De arm kan
anders de patiënt raken of de opname kan worden verpest.
• Houd de opnameknop ingedrukt totdat de opname is vol-
tooid; de röntgenopname wordt beëindigd als de knop wordt
losgelaten.
* Druk op de knop Ready (Gereed) om de arm weer in de startpo-
sitie te plaatsen en de opname te herhalen als de opname wordt
onderbroken.
10. Als de opname is voltooid, wordt het lampje Ready (Gereed)
oranje en knippert aan en uit, het lampje Emission (Opname) gaat
uit en het geluidssignaal stopt.
De arm beweegt vervolgens naar de uitgangspositie van de patiënt.
Laat de knop Emission (Opname) los en hang de handschakelaar in
de houder op het bedieningskastje.
Schakel de hoofdschakelaar nooit uit terwijl er gegevens worden
verzonden. Hierdoor gaat het beeld verloren en loopt de com-
puter vast.
Tijdens een gegevenstransmissie worden de indicator Gege-
venstransmissie op het bedieningspaneel en het lampje Ready
(Gereed) op het controlepaneel oranje en knipperen deze aan
en uit.
17