7.2.1 Verwarmingsregelingen of afstandsbedieningen aansluiten
Sluit enkel de modulerende regelapparatuur van JUNKERS aan!
Dan alleen verkrijgt U een optimaal rendement, een minimaal verbruik en de langste levensduur!
Raadpleeg de montagevoorschriften van de regelaar voor de inbouw en voor de elektrische aansluiting.
De regelingen FW 100 en FW 200 kunnen ook direct vooraan in de Heatronic ingebouwd worden.
Belangrijke opmerking:
Thermostatische radiatorkranen op alle radiatoren leiden tot een meerverbruik en verkorten de levensduur
van de ketel.
Wij raden U dus ten stelligste aan dergelijke installaties te vermijden. Daarom steeds een of meerdere
radiatoren met gewone radiatorkranen uitrusten. Bij voorkeur de radiatoren in de pilootruimte (de ruimte
waar de thermostaat geïnstalleerd is).
7.2.2 Aansluiten van een indirect gestookte boiler met NTC-voeler (bvb. Storacell) aan de ketel TOP 28-3 ZSBR
7.2.3 Aansluiten van een temperatuurbegrenzer TB 1 in een vloerverwarmingsinstallatie
6 720 614 073 (2008/02 BL-NL)
1
BUS-regelaar
(FR 10, FR 100, FR 110, FW 100 & FW 200)
2
printplaat van de gasketel
De BUS-regelaars worden aangesloten aan de klemmen
B & B.
Oudere thermostaten (bvb. TR 21, TR 100, TR 200 enz.)
worden aangesloten aan de klemmen 1, 2 en 4.
Fig. 23
Junkers-boilers met NTC voeler worden direct op de
printplaat van de ketel aangesloten. De kabel met stekker
zit bij de boiler.
Doorvoer uitbreken.
Kabel van boiler-NTC doorvoeren.
Stekker rechtstreeks op de printplaat steken.
Fig. 24
Bij verwarmingsinstallaties met enkel vloerverwarming en
directe hydraulische aansluiting aan de gasketel, tot 15
kW kan men een TB rechtstreeks op de ketel aansluiten.
Brug 8 – 9 verwijderen en de TB op deze plaats
aansluiten.
Bij het uitschakelen van de temperatuurbegrenzer worden
de verwarming en de warmwaterbereiding onderbroken.
Fig. 25
23