MetaTherapy® Treatment Protocol
METATHERAPY® TREATMENT PROTOCOL
F
REQUENTIE
De gebruikelijke strategie voor de frequentie van MetaTherapy®
Treatment in de acute zorg loopt van twee (2) tot vier (4) maal per dag. De
respons van de patiënt op de behandeling bepaalt of de frequentie moet
worden aangepast.
P
ROCEDURE
1.
Zorg ervoor dat het apparaat goed werkt. Zie 'Controle voor gebruik'
op pagina 16.
2.
Volg instructies en richtlijnen voor het tegengaan van infecties.
3.
Stel uzelf voor en leg de procedure uit aan de patiënt.
4.
De positie van de patiënt moet zo mogelijk rechtop en comfortabel
zijn.
5.
De patiënt moet worden beoordeeld aan de hand van de richtlijnen
van de instelling.
6.
Vul de vernevelaar met de voorgeschreven medicatie, indien van
toepassing. Zie 'De vernevelaar vullen met medicatie' op pagina 14.
7.
Stel de modus CPEP in.
8.
Draai de regelaar voor de CPEP-stroom geheel met de klok mee naar
de laagste stand.
9.
Stel de selectiering op
de handgreep in op de
positie met één stip.
10. Sluit Het MetaNeb®
System aan op een
goedgekeurde
zuurstofbron van 50 psi.
11. Zet de hoofdschakelaar in de positie AAN.
12. Pas de CPEP-stroom aan om de aerosolen te bekijken die uit het
uiteinde van de handgreep aan de zijde van de patiënt komen.
13. Verbind het mondstuk met de handgreep.
OPMERKING:
Ook een kussenmasker of tracheotomiebuis kan op de handgreep
worden aangesloten met de juiste geleverde adapter.
14. Leg de patiënt uit dat hij normaal moet inademen en langzaam moet
uitademen (3-4 seconden) door het mondstuk of gezichtsmasker.
18
Het MetaNeb® System Gebruikershandleiding (192399 VERSIE 2)
Hoge weerstand
Gemiddelde
weerstand
Lage weerstand