AMBIENCE bewerken
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het algemene geluid van de gehele OCTAPAD kunt aanpassen. U kunt verschillende
types ambience-galm en een equalizer en begrenzer gebruiken. Omdat deze eff ecten op de gehele OCTAPAD worden
toegepast, worden ze niet gewijzigd wanneer u tussen kits schakelt.
Instellingen voor de ambience-galm ( AMBIENCE-AMBIENCE)
U maakt als volgt instellingen voor de ambience-galm. U kunt wijzigingen doorvoeren om de manier waarop u op de drums
speelt, aan te passen aan de omgeving.
1. Kies MENU
AMBIENCE
Ú
Het scherm AMBIENCE-AMBIENCE wordt weergegeven.
Meter voor het
uiteindelijke
uitgangsniveau.
Met [Regelaar 1] (SEL)
kunt u een parameter
selecteren.
2. Draai aan [Regelaar 1] (SEL) om een parameter te selecteren .
3. Draai aan [Regelaar 3] (-/+) om de parameter te bewerken .
Parameter
Waarde
Switch
OFF, ON
Type
1–7
Depth
1–10
Equalizerinstellingen ( AMBIENCE-EQ)
U kunt als volgt de equalizerinstellingen bepalen om de toonkwaliteit van de lage, middelste en hoge frequenties aan te passen.
1. Kies MENU
AMBIENCE
Ú
Het AMBIENCE-EQ-scherm wordt weergegeven. De bewerkingsprocedure is hetzelfde als voor de ambience-galm.
Parameter
Waarde
Switch
OFF, ON
High
-12–+6 dB
Mid
-12–+6 dB
Low
-12–+6 dB
Begrenzerinstellingen ( AMBIENCE-LIMIT)
U kunt als volg begrenzerinstellingen vastleggen waarmee u geluidspieken boven een bepaald niveau kunt onderdrukken en
het volume consistenter kunt maken.
1. Kies MENU
AMBIENCE
Ú
Het scherm AMBIENCE-LIMIT wordt weergegeven. De bewerkingsprocedure is hetzelfde als voor de ambience-galm.
Parameter
Waarde
Switch
OFF, ON
Threshold
-12–0 dB
42
AMBIENCE (p . 16) .
Ú
Uitleg
Ambience-galm in-/uitschakelen
U kunt de ambience-galm ook in- en uitschakelen in het KIT-scherm door QUICK MENU Ú Ambience ON/OFF
te selecteren.
Type ambience-galm
Diepte van de ambience-galm
EQ (p . 16) .
Ú
Uitleg
Equalizer in-/uitschakelen
Hoeveelheid boost/cut voor het hoge frequentiebereik
Hoeveelheid boost/cut voor het middelste frequentiebereik
Hoeveelheid boost/cut voor het lage frequentiebereik
LIMIT (p . 16) .
Ú
Uitleg
Begrenzer in-/uitschakelen
Volumeniveau waarop compressie wordt gestart
Ambience-galm in-/uitschakelen.
Type ambience-galm.
Diepte van de ambience-galm.
Met [Regelaar 3] (–/+) kunt u de waarde bewerken.