Voorbeeld: registreer een verkoop van €13,50 in
omzetgroep 3 die met gepast geld wordt betaald. Druk
een kopie af van de kassabon.
1. Druk op
2. Druk op
.
3. Druk op
.
V
T
ASTHOUDEN EN
ERUGROEPEN VAN
V
ERKOOPTRANSACTIE
U kunt een verkooptransactie tijdelijk vasthouden en
tegelijkertijd een aparte transactie starten en afsluiten,
waarna u de vastgehouden transactie kunt terugroepen
en beëindigen. Hierdoor kan de medewerker een
tweede klant bedienen, zodat er geen vertraging
plaatsvindt indien, om welke reden dan ook, de eerste
klant de transactie niet kan afsluiten.
Er kan maar één transactie tegelijk worden vastgehouden.
Voorbeeld: registreer een verkoop van €13,50 in
Omzetgroep 3 en een verkoop van €23,00 in
Omzetgroep 2. Bereken het subtotaal van de transactie
en zet deze op Vasthouden. Bedien een tweede klant en
registreer de verkoop van een artikel van €2,00 in
Omzetgroep 4 en van een artikel van €5,00 in
Omzetgroep 37 met betaling met Kredietkaart 1. Roep
de onderbroken transactie terug, registreer de verkoop
van een artikel van €4,50 in Omzetgroep 38 en sluit af
met chequebetaling.
1. Druk op
druk vervolgens
.
2. Druk op
.
3. Druk op
. Er wordt een regel weergegeven
die aangeeft dat de transactie vastgehouden wordt.
Scheur de kassabon af en leg hem terzijde.
4. Begin met de tweede transactie. Type
en druk op
, type vervolgens
en druk op
CREDIT 1
5. Druk op
->
tweede transactie af te sluiten. Er is nu een
geluidssignaal te horen om u eraan te herinneren de
eerder gestarte en vastgehouden transactie te
voltooien.
.
en
,
en druk op
.
tom de
6. Druk op
. De onderbroken transactie wordt
hervat op het punt waar ze onderbroken werd.
7. Druk op
.
CHECK
8. Druk op
->
transactie af te sluiten.
O
A
VERDRACHT VAN
FGESLOTEN
A
B
NAAR
NDERE
ETAALWIJZE
Na het afsluiten van een verkooptransactie kunt u de
zojuist uitgevoerde betaling overzenden naar een
andere vorm van betaling. Dit is erg handig wanneer de
klant, nadat de verkooptransactie is voltooid, voor een
andere vorm van betalen kiest.
Bij overdracht van een betaling kunt u de klant tevens
contant wisselgeld geven wanneer de betaling contant
heeft plaatsgevonden en u een bedrag specificeert dat
groter is dan het totaal van de verkooptransactie.
Betalingsoverdrachten kunnen uitsluitend na afsluiting
worden uitgevoerd. Er wordt geen kassabon afgegeven,
maar de overdracht wordt opgeslagen in de
managementrapportages. Betalingsoverdrachten
kunnen niet worden toegepast op buitenlandse valuta.
Voorbeeld: registreer een betaling van €5,00 in
Omzetgroep 3 en een betaling van €23,00 in
Omzetgroep 2 als betaling op rekening. Voer een
overdracht van €50,00 uit naar contante betaling met
gepast wisselgeld voor de klant.
1. Druk op
en
en druk op
CHARGE
2. Druk op
->
3. Druk op
, druk
vervolgens op
open en op het display wordt het gepaste
wisselgeld voor de klant weergegeven.
W
ISSELGELDTRANSACTIE
Uitsluitend te gebruiken bij contante betaling. De
medewerker kan hiermee een verkooptransactie
afsluiten als contante betaling met gepast geld en
vervolgens het contante geld van de klant incasseren en
gepast wisselgeld teruggeven.
Voorbeeld: registreer een verkoop van €5,00 in
Omzetgroep 3 en een verkoop van €23,00 in
Omzetgroep 2 als betaling met gepast geld. Registreer
incasso van €50,00 en bereken het betreffende
wisselgeld.
en druk vervolgens op
om de
B
ETALING
, druk vervolgens
.
.
en druk
. De kassa-lade gaat
N
B
À
ETALING
39