•
Schakel de stroom naar de stroomkring uit en ontlaad
alle hoogspanningscondensators voordat u de
weerstand, continuïteit, dioden of capaciteit meet.
•
Gebruik de meter niet bij explosiegevaarlijke gassen,
dampen en vochtige of natte omgevingen.
•
Houd uw vingers achter de vingerbescherming wanneer
u de meetkabels of sondes gebruikt.
•
Gebruik uitsluitend door een veiligheidsinstituut
goedgekeurde meetkabels met dezelfde nominale
spanning, categorie en stroomsterkte als de meter.
•
Neem de meetkabels uit de meter voordat u de
batterijklep of de meterbehuizing opent.
•
Neem de plaatselijke en landelijke
veiligheidsvoorschriften in acht wanneer u werkt op
gevaarlijke locaties.
•
Gebruik de door de plaatselijke en landelijke overheid
vereiste veiligheidsuitrusting wanneer u werkt op
gevaarlijke locaties.
•
Werk niet alleen.
•
Controleer de continuïteit van de meetkabels vóór
gebruik. Gebruik de meter niet bij hoge aflezingen of
aflezingen met ruis.