10.2
10.3
10.3.1
62
6.
Controleer of de condensafvoer goed werkt.
Maak deze eventueel schoon.
7.
Controleer of het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem niet lekt.
8.
Controleer of het luchtdrukverschil juist is, raadpleeg Luchtdrukverschil (zie sectie
8.9.2).
9.
Controleer of de voordruk van gas juist is, raadpleeg Voordruk van gas (zie sectie
8.9.3).
10.
Controleer of de CO
2
Voorbereiding
Maak de boiler spanningsloos (zie sectie 4.3.2) voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
Waterzijdig onderhoud
Waterzijdig onderhoudswerkzaamheden:
•
De tank ontkalken (zie sectie 10.3.1)
•
Condensafvoer reinigen (zie sectie 10.3.2)
De tank ontkalken
De tank ontkalken en reinigen:
1.
Stel de boiler buiten gebruik (zie sectie 8.10).
2.
Verwijder de magnetische afdekplaat (5) op de onderkant van de voorzijde van de
tank.
3.
Verwijder het isolatiemateriaal om de reinigingsopening te kunnen zien.
4.
Draai de zes bouten (4) los.
5.
Verwijder de afdekplaat van de reinigingsopening (3).
6.
Verwijder de pakking (2).
7.
Inspecteer de tank en verwijder de loszittende kalkresten en vuil:
a.
Verwijder de kalk en het vuil met de hand.
b.
Gebruik, indien nodig, een ontkalkingsmiddel om kalk en vuil te verwijderen.
Neem contact op met de leverancier van uw boiler om advies te vragen over
welk ontkalkingsmiddel u kunt gebruiken.
8.
Vervang de pakking.
9.
Sluit de reinigingsopening.
Gebruik een momentsleutel om de bouten aan te halen met een maximaal
aanhaalmoment van 50 Nm om schade aan de tank te voorkomen
10.
De boiler vullen (zie sectie 8.9.1).
Afb. Reinigingsopening
-waarde juist is, raadpleeg CO
1
2
3
4
5
Gedeelte over installatie, service en onderhoud
-waarde (zie sectie 8.9.4).
2
1. Reinigingsopening
2. Pakking
3. Afdekplaat reinigingsopening
4. Bouten
5. Magnetische afdekplaat